woensdag, mei 31, 2006

Broodje ongezond

Mijn brood smaakte vies vanmorgen. Ik at het automatisch en gedachteloos, omdat ik íets moet eten. Pas toen ik de hele boterham (met hagelslag) op had, realiseerde ik me dat er wel een heel smerige bijsmaak aan zat. Een aardesmaak. Zo’n vieze muffe, modderige smaak. Door de hagelslag viel het me niet gelijk op. Toch maar even de broodzak bekeken. Gatver! Groene plekken op de korstjes! Dit was beslist geen broodje gezond. Zonder het door te hebben, heb ik een beschimmelde boterham gegeten. Aargghhh!!
Antibiotica zijn ook schimmels. En de groene stukjes uit Franse kaasjes eet je ook voor je plezier. Dit zeg ik dan maar tegen mezelf om me gerust te stellen, want het idee van een beschimmeld stuk brood maakt me lichtelijk onpasselijk. Ik heb die smaak nóg in mijn mond hangen. Metaforische vergelijkingen hoe het smaakte en hoe het rook zal ik maar achterwege laten, het is al erg genoeg. Voortaan wat minder zuinig zijn en gewoon een verse boterham pakken!
Zodadelijk ga ik mijn koelkast inspecteren op dubieus uitziende levensmiddelen. Alles waarvan ik me niet meer kan herinneren wanneer ik het gekocht heb, gaat de vuilnisbak in. Zonder er eerst aan te ruiken. Weg ermee. De binnenkant van mijn koelkast krijgt een fris sopje. Ook alle onzichtbare paddenstoeltjes moeten er uit. Als ik een eeuw geleden was geboren, was ik vast beroemd geworden. Fleming was me helaas voor. Zou hij ook zo’n viespeuk geweest zijn?
Ik ga me nu inbeelden dat ik me een beetje vaag in mijn maag voel. Of zou dat komen omdat mijn katten vandaag onder het mes gaan? Vanmorgen heb ik ze weggebracht voor sterilisatie. Het is vreemd stil in huis. Geen rondrennende katten. Geen ‘prrrrraauw’ en ‘maaauw’.
Ze keken me vanmorgen verwachtingsvol aan. ‘Waar blijft ons ontbijt!’ Ze bleven maar om me heen drentelen en me voor de voeten lopen. Waar ik stond, stonden zij. Waar ik liep, liepen zij. Zoals iedere ochtend wachtten ze me al op zodra ik de deur van de slaapkamer opende. Ik voelde me ietwat schuldig vanmorgen. ‘Sorry kippetjes, het moet nou eenmaal...’

dinsdag, mei 30, 2006

Interview


Apothekers in actie

Ik was het mailtje dat ik gestuurd had allang weer vergeten. Ik was dan ook erg verbaasd toen er vanmorgen op mijn werk gebeld werd en er naar míj werd gevraagd. Naar mij specifiek. Aangezien ik druk bezig was aan de balie en niet weg kon, vroeg mijn collega waar het om ging. Het ging om een interview, zo werd er aan de andere kant van de lijn verteld. Er werd een nummer doorgegeven wat ik terug moest bellen. Enthousiast kwam mijn collega het mij melden. Ik belde terug zodra ik even van de balie weg kon vluchten.
Het bleek iemand van het SBA Magazine te zijn, het magazine van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken. De SBA is de uitvoeringsorganisatie voor de CAO Apotheken. Naast structurele werkzaamheden op het gebied van arbeidsvoorwaarden en scholing van apothekersassistenten initieert de SBA projecten, onderzoeken en campagnes. (Die laatste zin heb ik even van het www gekopieerd, want zo mooi kan ik het zelf natuurlijk niet omschrijven.)
Ze zijn bezig met een reeks artikelen over bedrijfsuitjes. En aangezien wij als apotheek toen net ons jaarlijkse personeelsavondje gehad hadden, had ik gereageerd toen ze de oproep voor leuke uitjes deden.
Volgende week woensdag (op mijn vrije dag, grrrr...) komen ze naar de apotheek om mij te interviewen. En te fotograferen. En ik mag op mijn beurt vertellen hoe leuk ons uitje wel niet was. Ik zal het wel wat aandikken. En vertellen hoe moe en afgepeigerd we waren na de brand van ons winkelcentrum, en hoe we hebben moeten schipperen en aanmodderen en hoe welkom dat feestje was, blablabla en hoe geweldig we het allemaal vonden, blablabla. Ik maak er wel een sappig en smeuïg verhaal van. Gelukkig heb ik veel foto’s van het feestje zelf.
Het is een positieve reclame voor onze apotheek. Zo komen we eens op een andere manier in de belangstelling. Tot voor kort ging het alleen over de brand.
Ik ben wel heel benieuwd hoe de apothekers zullen reageren als ze zichzelf getooid met Arabierenhoofdtooi in dat blad vereeuwigd zien. Ze zullen het me wel kunnen vergeven hoop ik. Als ze me nu niet in functieschaal 7 zetten, weet ik het ook niet meer!

maandag, mei 29, 2006

Tienduizend

De dag is slechts een paar minuten jong, maar vandaag gaat het gebeuren.
Vandaag ga ik mijn 10.000ste bezoeker op mijn log verwelkomen.
Het is maar een getalletje, maar ik ben gek op mooie getalletjes. Mijn 10.000ste pageview heb ik al een tijd geleden stilletjes gevierd. Niks bijzonders hoor, geen taart of bloemen, ik heb slechts de teller over zien gaan.

Was je van plan een bezoekje te brengen? Misschien word je wel onthaald met gebak en hoera-geroep!

zaterdag, mei 27, 2006

Opdracht voldaan

Ik heb het uit. Het door mij te buzzen boek 'Endymion Spring'. Pfff... eindelijk.
Het boek heeft me niet echt kunnen boeien. Ik las er elke avond in, maar elke avond had ik weer moeite in het verhaal te komen. Ik moet eerlijk bekennen dat als het niet een buzz-opdracht was geweest, ik het niet uitgelezen zou hebben. Door het boek van Buzzer te accepteren vond ik dat ik de plicht had het te lezen.
Ik kan natuurlijk wel een huichelachtig rapport schrijven hoe prachtig ik het boek vind, en dat ik genoten heb, maar dan zou ik niet eerlijk zijn. Boeken als Harry Potter hebben me ook niet kunnen bekoren. De hype rond die boeken heb ik nooit begrepen. Daarom denk ik dat anderen het boek ‘Endymion Spring’ hoogstwaarschijnlijk wel de moeite waard vinden. Maar ik niet. Ik vond er niks aan.
De stijl waarin het boek geschreven is vond ik irritant. De sfeeromschrijvingen waren ver gezocht en overdreven. Heel veel onnodige bijvoeglijke naamwoorden om iets te beschrijven. Je zou er minstens de helft van kunnen schrappen. Het boek zou er een stuk leesbaarder door worden.

Citaat: ‘Ondanks de sneeuw scheen de pokdalige maanschijf door de wolken heen en ik keek gefascineerd toe terwijl donkere sneeuwvlokken langs het stralende hemellichaam zweefden en vervolgens zuiver witte hopen vormden op de grond, in een oogverblindende alchemie.’

Daar vlieg je toch snel met je ogen overheen? Ik heb in elk geval niet het geduld voor dit soort taalgebruik. Het ontneemt de spanning. Het boek staat bol van dit soort pompeus gewauwel.
Op zich is het gegeven wel aardig. Er zijn twee hoofdpersonen: Endymion Spring en Blake. De eerste is een drukkersleerling van Gutenberg in de 15e eeuw in Mainz en Blake is een jongen uit de 21ste eeuw, woonachtig in Oxford. Ze hebben dezelfde leeftijd, ik schat ongeveer 12 jaar. Blake vindt een boek dat van Endymion Spring is geweest. Een heel bijzonder boek, wat veel historici graag in hun bezit zouden willen hebben. Het boek geeft macht door het bijzondere drakenpapier waar het van gemaakt is. Blake vindt het echter bij toeval en hij komt door het boek ongenadig in de problemen.
Het speelt zich grotendeels af in de Bodleian Library in Oxford, dat is dan weer wel aardig. Daar zou ik wel eens willen rondneuzen.
Tot zover over de inhoud. Ik ga niet in detail vertellen waar het over gaat, ten eerste omdat ik het niet meer kan reproduceren en ten tweede omdat er denk ik toch wel mensen zijn die het nog willen lezen. Harry Potter-liefhebbers bijvoorbeeld. Ik wil niet een al te negatief beeld over het boek geven, het is per slot van rekening slechts mijn mening. Oordeel zelf maar, wie wil mag het van mij lenen.
Vanavond ga ik in een ander boek beginnen. Een boek waarvan ik weet dat als ik er in begin, ik niet kan stoppen voor ik het uit heb. Een boek wat ik niet kan weg leggen. Een boek wat bij veel Nederlanders momenteel op het nachtkastje ligt. Een boek waar je over struikelt in de boekhandels. Het boek waar ik maanden op heb gewacht.
De nieuwe Kluun. Joepie!

donderdag, mei 25, 2006

Baliegezicht

Vroeger zeiden mijn ouders altijd tegen mij: ‘Mond dicht!’ Ze bedoelden er niet mee dat ik niet mocht praten of dat ik brutaal was, maar dat ik in ‘rusttoestand’ mijn lippen moest sluiten en mijn kaken op elkaar moest houden.
Het is goed dat ze dat er in gehamerd hebben. Het staat namelijk nogal suf, zo’n kindje met een wijd openhangende mond. Voor volwassenen staat het wel súpersuf. Het komt niet echt intelligent over. Ik kan me voorstellen dat anderen aan je geestelijke vermogens gaan twijfelen als je constant met openhangende mond rondloopt.
Als ik zou doen wat ik lekker vind en er niet bij na zou denken, zou ik mijn mond gewoon open laten hangen. Liefst nog een stukje tong er uit. Alle spieren los in je gezicht. De oogleden gaan dan vanzelf ook een beetje zakken. Ik doe het wel eens, maar dan als ik alleen ben. Als ik moe ben en spanningshoofdpijn heb. Dan doe ik het heel bewust. En het helpt ontspannen.
Toen ik in de apotheek ging werken, werd ik me weer bewust van mijn lichaamshouding en gezichtsuitdrukking. Hoe kun je het beste kijken als je achter de balie staat? Waar hou je je handen? Moet je die op de balie leggen, of je armen langs je lichaam houden? Of misschien je eigen handen voor je buik vasthouden? Moet je je kin iets naar je borst toe brengen, of juist je hoofd fier rechtop? Het laatste wat ik wil, is arrogant over komen. Dat schept een te grote afstand.
Het is heel raar, maar dit soort kleine details doen er echt toe. Ik weet van mezelf dat ik automatisch wel een empathische of een professionele houding kan aannemen. Daar hoef ik meestal niet over na te denken.
Niet altijd loopt een baliegesprek even soepel. Het klikt nou eenmaal niet met iedereen, en je krijgt patiënten in alle soorten en maten tegenover je. Op dat soort momenten komt mijn onzekerheid weer boven en ga ik bewust en heel doordacht aan mijn houding denken. Ik pas mijn houding en mijn gezichtsuitdrukking aan op de patiënt.
Het allerlastigst vind ik het moment na het aannemen van een recept. Je bekijkt het, je leest het, je interpreteert het, je kijkt of alle gegevens er op staan die je nodig hebt om het te kunnen verwerken, en dan ga je aan de slag. Wat mij betreft is de interactie met de patiënt dan even afgelopen. Ik moet me kunnen concentreren. Niet iedere patiënt begrijpt dat. Sommigen lopen mee naar de computer en beginnen tegen me te praten of gaan gewoon door met praten. Meestal zeg ik iets in de geest van ‘een ogenblikje’ of iets dergelijks, of ‘u mag wel even plaatsnemen’. Ik bedoel er eigenlijk mee: ‘Stoor me even niet!! Kop houden!!’ Het werkt op mijn zenuwen als ze toch bij me blijven staan en me gaan aankijken. Dan denk ik weer ‘heb ik mijn lippen wel op elkaar, kijk ik niet te chagrijnig, kijk ik wel intelligent... etc’
Achter de computer aan de balie heb ik mij een speciale gezichtsuitdrukking aangemeten. Ik noem het 'mijn baliegezicht'. Een gezicht waar niets van af te lezen valt. Lippen en kaken op elkaar en mondhoeken iets omhoog. Geen frons in mijn voorhoofd. Schouders ontspannen naar beneden. Heel neutraal. Emotieloos. Als ik tijdens het inbrengen van het recept al iets bijzonders of iets moeilijks tegen kom, laat ik dat niet merken. Daar wordt de patiënt alleen maar nerveus van. Die denkt meteen dat er iets mis is. Of ze gaan aan mijn deskundigheid twijfelen. Bang dat ze een verkeerd medicijn mee krijgen.
In het dagelijkse leven hou ik me veel minder bezig met mijn houding en gezichtsuitdrukking. Dan ben ik gewoon wie ik ben en kijk ik zoals ik al mijn hele leven kijk. Wél met mijn mond dicht.

dinsdag, mei 23, 2006

Stof zijt ge...

Al stoffend, poetsend en boenend om mijn huis weer spic en span te krijgen, schoot me ineens een jeugdherinnering te binnen.
Ik was 15 jaar en mijn zus en ik werden op zeilkamp gestuurd om zeilen te leren. Natuurlijk wilden we dat ook graag, daar niet van. Behalve boten, waren er ook zeilinstructeurs. Die waren misschien nog wel leuker dan het zeilen zelf. Die ene tandheelkunde student waar ik mee in de boot zat bijvoorbeeld. Ik weet nu zelfs zijn naam nog. Gjalt heette hij. Hij was de reden dat ik de volgende zomer de zeilschool belde of ze niet een zomerbaantje voor me hadden. Gjalt zou natuurlijk ook komen. Zelf had ik iets in of rondom de boten in gedachten, maar die hoop werd snel de kop in gedrukt omdat ik geen ANWB A had. Dat was de naam van het zeildiploma wat je kon halen. Dat had je niet zomaar. Je moest daar zeker vier weken voor op zeilkamp gaan voor je op mocht voor dat diploma.
Ok dus, geen zeilinstructrice. Maar er was wel een baantje in de huishouding vacant. Bij gebrek aan beter accepteerde ik.
Het was dat we daar zo’n gezellig clubje hadden, anders was ik na de eerste dag al gillend weggerend. Iedere ochtend aardappels pitten voor minstens 30 personen, grote emmers vol. Iedere ochtend en avond lange tafels dekken. Iedere dag koken in enorme pannen. Iedere dag afwassen. Mega-afwassen. En ook iedere dag schoonmaken. Dweilen, stofzuigen, soppen en wat al niet meer.
Op een gegeven moment werd me een stofdoek in handen gedrukt.
‘Ga jij maar eens even stoffen.’ De altijd chagrijnige eigenaresse van de zeilschool ging er met de handen op de heupen bij staan kijken.
Uhh... ok dan. Ik begon bij de onderste plank van de kast.
‘Heb je je moeder nog nooit zien stoffen?? Weet je niet dat je nooit onderaan moet beginnen??’
Ik durfde al niks meer te zeggen, en al helemaal niet dat ik mijn moeder inderdaad nog nooit had zien stoffen. Ik wist bij wijze van spreken niet eens wat stoffen was. Wij hadden vroeger een hulp in de huishouding, je mocht toen nog werkster zeggen, en die deed het huishouden als ik op school zat. Ik had werkelijk geen idee dat dingen stoffig konden worden. Het zag er altijd schoon uit.
Sindsdien weet ik dat je wél moet stoffen en dat je bovenaan moet beginnen. Daar kwam ik zojuist weer achter, toen ik eerst de TV afstofte en daarna pas de planken er boven. Stof dwarrelde weer op mijn net stofvrij gemaakte beeldbuis.

Iedere keer als ik iets afstof, wat minder vaak is dan zou moeten, denk ik weer aan die zeilschooleigenaresse. Hoe ze me voor schut zette. Maar ook hoe ze me leerde stoffen.
Dank u wel, mevrouw de zeilschooleigenaresse, ik ben u eeuwig dankbaar !

maandag, mei 22, 2006

Chaos, rotzooi en troep

De chaos is compleet. Mijn woonkamer staat op z’n kop: de hele pui ligt er uit. Al mijn meubels staan op een kluitje ergens in een hoekje. En natuurlijk weer overal zaagsel. Het is maar goed dat ik bij alle andere kozijnvervangingen op mijn werk was, dit is niet leuk om aan te zien. Ik zou het liefst huilend in een hoekje gaan zitten. Of met m’n kop onder het dekbed.
Het is wel droog buiten, goddank. Stortregen in mijn woonkamer is nog minder aantrekkelijk.
Het zal heus wel goed komen, tuurlijk. Maar ik word er een beetje onrustig van.
Ik heb grote bewondering voor de werklui, die weten precies wat ze doen. Gelijk bij binnenkomst vanmorgen begonnen ze te zagen, boren, hakken, timmeren, en in no time lag de pui er uit. Heel snel. De ruiten werden er zo uitgewipt. Een inbreker zou er wat van kunnen leren.
Het is ook stervenskoud in huis. Mijn vingers voelen versteend aan, ze zijn nog net niet blauw. Er waait een stevig briesje door het huis.

Een plaatje om te laten zien dat ik niet overdrijf wat betreft de troep. Ik vrees dat de rest van mijn vrije dagen zal bestaan uit schoonmaken en het opnieuw in de was zetten van de vloer...

zondag, mei 21, 2006

Dagje uit

Tussen de buien door naar het station. Gelukkig, het is heel even droog. Vlak voor ik wegging nog mijn rokje voor een lange broek omgeruild. Ik zag me al staan blauwbekken op het station in dat rokje. Precies op tijd komen lukt me nooit: ik ben altijd te vroeg. Normaal gesproken een goede eigenschap, maar een kwartier op een winderig station staan in een kort rokje en met een dun jasje is geen aantrekkelijk vooruitzicht.
De broek die ik uiteindelijk aan trok, moest ik eerst nog strijken. Op de valreep, wat eigenlijk geen valreep was omdat ik altijd te vroeg ben. In mijn belevingswereld was het een valreep.
Het strijkijzer stond nog op de stand van het vorige strijksel. Drie stippen. Bij de eerste streek merkte ik het. De schade viel mee, de stof is er slechts iets stroever geworden. Niet zichtbaar, gelukkig. Het had erger gekund.
Pas op het station checkte ik de inhoud van mijn portemonnee. Shit, geen cash geld. Ook nog pinnen. Eerst het kaartje maar uit de automaat trekken. Dat kan met pinpas. Er stonden veel mensen rond de kaartjesautomaten. Ze liepen van de ene naar de andere automaat, gestresst, mopperend. Nu was ik aan de beurt, nadat ik iedereen de Wizzl binnen had zien gaan. Wat nu weer? De pinpas ging er met geen mogelijkheid in. Als een schaap volgde ik de andere reizigers naar binnen. Lange rij. Ik was blij dat ik mijn tijd altijd ruim neem. Redelijk relaxed stond ik te wachten tot ik aan de beurt was, in tegenstelling tot de andere reizigers in de rij, die wel ín de mensen die vooraan stonden wilden kruipen. Alsof je met wat gedrang eerder aan de beurt bent...
‘Dat is dan € 17,80.’
‘U bedoelt € 17,30.’
Ik had voor vertrek op internet gekeken wat het kostte.
'50 cent extra voor het binnen kaartjes kopen.’
‘Ik dacht het niet, de kaartjesautomaten doen het niet.’
‘Die 50 cent moet ik uit mijn eigen zak betalen, als ik het U kwijt scheld.’
Ik zweeg, en ze tikte vervolgens € 17,30 in. Gelukkig. Ik hoefde niet onbeleefd te worden. Ze keek wel heel wat minder vriendelijk en een ‘tot ziens’ kon er ook niet af. Ze zou niet veel van haar maandsalaris overhouden als ze bij iedere klant 50 cent moest inhouden.
Pas toen ik in de trein zat merkte ik dat ik vergeten was te pinnen. Zucht.
In de hoofdstad naar het afgesproken punt waar ik mijn moeder zou treffen. Een half uur later dan afgesproken ontmoetten we elkaar. Mijn gestress was nog niks vergeleken bij haar gestress. Normaal is ze niet zo stresserig, maar vanmorgen had ze vlak voor vertrek te horen gekregen dat er geen treinen zouden rijden. Ze had een onmogelijke route moeten nemen. Stations gezien die ze normaal gesproken nooit ziet. En de angst om te laat te komen bij het Muziektheater.
Mijn cashprobleem loste zich ook op, omdat mijn lieve moeder een goed gevulde envelop aan mij overhandigde. ‘Voor een nieuwe mobiele telefoon’, zei ze. Mijn lieve moedertje toch… Hoe oud je ook bent, je blijft altijd kind van je moeder.
Nog een snelle kop koffie voor we de opera gingen zien. Tweeëneenhalf uur lang luisterden en keken we naar Simon Boccanegra. Ontroerend mooi. Een triest verhaal vol verraad, vetes en onmogelijke liefdes. Onwaarschijnlijk en niet te volgen, zoals de meeste opera-libretto’s. Maar aan de muziek deed dat niets af. Minstens tien minuten applaudisseren maakte mijn gemiste spinningles goed. Dat is topsport. Morgen geen spierpijn in mijn benen, maar in mijn armen.

zaterdag, mei 20, 2006

Aangenaam kennis te maken

Ik ben in de war. Als ik naar buiten kijk, kan het net zo goed herfst zijn. Windvlagen, regen en kou. Grijze lucht en mensen die met hun hoofd in de kraag van hun jas gedoken langs lopen. Fietsers die stevig trappend tegen de wind in proberen te fietsen.
Weinig inspiratie om een vrolijk logje te schrijven. Mijn zomergevoel is vandaag compleet weg.
Vandaag is het een goede dag om mijn katten te introduceren. Plaatjes dus, geen tekst.

Onze dame, oftewel ons slettekatje Jim. Ze is net zo lief als ze er uit ziet.

Onze deugniet Kip. De eeuwige puber. Heeft ze niet een echte katerkop? Ze is net zo brutaal als ze er uit ziet.

Het was moeilijk ze goed op de foto te krijgen. Ze zijn vlug als water. En donker is al helemaal lastig om te fotograferen. Om nog maar niet te spreken over mijn fotografie-talent... Het gebrek er aan.

Het gaat om het idee.

vrijdag, mei 19, 2006

Wie zich brandt...

Het is ook altijd hetzelfde liedje bij mij, ik ben veel te gulzig. Ik wéét het, en toch overkomt het me werkelijk iedere keer als ik pizza eet: mijn gehemelte verbrandt bij de eerste hap. De gloeiend hete gesmolten kaas en de bijna kokende tomatenprut brandt zich in het stukje gehemelte vlak achter mijn voortanden. De eerste hap verpest in feite de hele pizza.
Heel soms denk ik er van te voren aan en gebruik ik mes en vork om de eerste stukjes van een pizza te eten. Maar het liefst eet ik de pizza gewoon in punten, uit het handje. Ik kan niet wachten te beginnen, ondanks alle blaren in mijn mond die ik al heb opgelopen.
Gisteravond was het weer pizzadag. Ik rammelde van de honger en door omstandigheden aten we pas laat. Ik werd flauw in mijn maag door de geuren uit de oven. Het water liep me in de mond. Enorme trek. Na het pingetje van de oven ten teken dat de pizza klaar was, nam ik meteen een grote hap. Dat had ik niet moeten doen. Rund dat ik ben! Mijn gehemelte werd gelijk gevoelloos. Teken dat het flink verbrand was. Nu hangen de vellen er aan en het voelt nog steeds verdoofd. Zelfs mijn tanden voelen raar aan. Net of ze niet bij mijn mond horen.
Ik zit de hele tijd met mijn tong aan dat stukje gehemelte te voelen, alsof ik het daarmee beter kan maken. Ik kan niet zien hoe het er uit ziet, maar ik kan het me ongeveer voorstellen.
Het komt wel weer goed, dat weet ik onderhand ook uit ervaring. Mondslijmvlies herstelt zich snel.
Maar ja, die gulzigheid, hè... Ik zal ’t wel nooit afleren. Pizza is nu eenmaal één van mijn lievelingsgerechten. Ik zou het wel iedere dag kunnen eten. De volgende pizza zal wel weer een verbrande mond tot gevolg hebben...

woensdag, mei 17, 2006

Achtergevel

Het huis vordert gestaag. In een groot aantal vertrekken is de binnenkant van de kozijnen ook al afgewerkt. Keurige kozijnen en vensterbanken. Het ziet er heel strak uit.
Van de achtergevel zijn de oude donkerbruine planken al vervangen door het crèmekleurige keralit. De nieuwe ramen zitten er ook al in aan de achterkant, maar de pui beneden moet nog gedaan worden. Dat zal wel een enorme troep geven in de woonkamer. Het hoort er nu eenmaal bij, maar leuk is anders...
Het hele huis ligt onder een dun laagje stof en zaagsel. Iedere avond haal ik het grofweg wat weg, met de Franse slag, want de dag erna ligt er weer viezigheid. Zolang het nog niet af is, heeft het niet veel zin alles grondig te poetsen.
Ik voel mij nu onderhand op bezoek in mijn eigen huis. Drie werklui die constant in en uit lopen, gebonk op de trap, getimmer, deuren die open staan, kortom: geen privacy. Ik voel me nergens echt op mijn gemak. Normaal gesproken werk ik overdag en heb ik er minder last van, maar op mijn vrije woensdag voelt het wel heel ongemakkelijk. Zometeen vlucht ik even het huis uit. Boodschappen doen heeft nog nooit zo aantrekkelijk geklonken. Misschien pak ik er wel een zonnebankje achteraan. Op mijn werk kreeg ik van mijn collega’s te horen dat mijn koppie steeds smaller en witter wordt... Met dat soort opmerkingen ga je je vanzelf een beetje bleek en witjes voelen. Actie dus!

De foto’s zijn van de achterkant van mijn huis. De eerste zoals het vorige week nog was, de onderste foto's zoals het er nu uit ziet. Verschil van dag en nacht!

maandag, mei 15, 2006

Zoek de verschillen

Er wordt nog steeds heel druk gewerkt aan mijn huis. Het aanzien is totaal veranderd.
Omdat ik nu weet hoe ik foto's moet uploaden van mijn cameraatje naar de pc, hier alvast wat foto's.

De bovenste foto is vorige week woensdag genomen, de onderste heb ik vanmiddag gemaakt. Uit een iets andere hoek, maar het verschil is duidelijk.

De foto hieronder is vanuit het (nieuwe) keukenraam genomen, met zicht op de voor- en schuurdeur.
Je kunt de nog onafgewerkte vensterbank goed zien.


Tot slot nog een totaal beeld van hoe de voorgevel er nu uitziet en daar onder zoals het was.

De achtergevel heb ik ook onlangs in zijn oude staat vastgelegd. Inclusief de gaten in de kozijnen. Als alles daar ook vervangen is, laat ik hier het verschil zien.

Wat een gigantische operatie is het toch. Pfff....

zondag, mei 14, 2006

Moederdagbloemen

Ik weet nu weer waarom ik de laatste tijd nooit meer bloemen in huis heb. Vergis je niet: ik ben gek op bloemen. Ze maken me blij en vrolijk. De hele kamer ziet er ineens anders uit als er een bosje bloemen op tafel staat en dat slaat over op mijn gemoed en mijn gevoel.
Katten en bloemen (míjn katten en míjn bloemen) gaan níet samen. Mijn voor moederdag gekregen bloemen stonden amper twee minuten in de vaas op tafel toen ik een harde bonk hoorde. Zodra ik me omdraaide zag ik twee mormels van tafel springen. De vaas lag horizontaal. Water stroomde over mijn papieren die nog op tafel lagen. Alles kleddernat, inclusief de katten. Eigen verdiende loon. Ik had geen greintje medelijden.
Wat ik zei, zal ik hier maar niet herhalen, maar het klonk ongeveer zo: &$#%^&#*!!!! En dan in het kwadraat en met driedubbel stemvolume.
Alle belangrijke papieren heb ik voorzichtig drooggedept en naast elkaar uitgespreid om te drogen. De katten lieten zich natuurlijk niet meer zien, die voelden aan hun snorharen dat ze beter even bij me uit de buurt konden blijven.

De foto is dit keer níet van het net geplukt, maar helemaal echt. Genomen ná het ongelukje.
Bedankt voor de bloemen en voor de uitleg hoe ik foto’s kan plaatsen! Met beide ben ik blij!


Ik zal proberen wat meer 'echte' foto's te plaatsen bij mijn log. Roep maar 'ho!' als ik doordraai!

Update 22.15 uur: Terwijl Ron Brandsteder en Sylvana Simons de uitslag voorlazen van Dancing with the Stars, hoorde ik weer een luide klap achter me. Niet te geloven, maar ze hadden het wéér voor elkaar: vaas om en wederom een waterballet. Gelukkig lagen mijn papieren nog elders te drogen...
Wie is er nu dom? Ik of die hardleerse katten?? Ik heb zin om heel hard te gaan gillen. Vannacht zet ik de bloemen in de gootsteen. Lijkt me wel zo slim.

zaterdag, mei 13, 2006

In Memoriam

Gisteravond was de ontknoping van de Mol. Ik had vanaf aflevering 1 een grote verdenking op een van de kandidaten en mijn vermoeden is al die tijd juist gebleken. Milouska heb ik vanaf de tweede opdracht sterk verdacht. Het memory-spel waarbij twee blokjes omgedraaid moesten worden; het was té toevallig dat zij precies die twee blokjes omdraaide waardoor er € 1000.- uit de pot ging. Een overduidelijke mollenstreek. En ze keek er ook ietsje te blij bij, ook al probeerde ze uit alle macht om geschokt over te komen.
Na iedere aflevering riep ik dat Milouska de Mol gewoon móest zijn. En ik had gelijk. Als ik zelf kandidaat was geweest, had ik gewonnen! Bijna € 25.000.- rijker! Maar ja, ik ben geen BN’er en ik was nou eenmaal geen kandidaat van de Mol. Geen € 25.000.- voor mij.
De aflevering van gisteren was een soort anti-climax. Frédérique won. Heel zuur. Ze heeft gewonnen en ze is er niet meer. Ik had een dubbel gevoel bij het kijken naar de ontknoping gisteren. Op het moment dat de aflevering van gisteren opgenomen werd, 2 april, was ze nog niet overleden. Wel al doodziek. Er werd nog getoast op Frédérique. Beterschapswensen werden uitgesproken. Een dag later was ze dood. Ze had gewonnen, maar heeft toch verloren.
Vandaag las ik nog een schokkend bericht. Gerwin, mede-logger, is op 12 mei overleden aan dezelfde ziekte als Frédérique. Ook darmkanker. Ook nierproblemen. Wat is het toch een kutziekte. Woorden schieten te kort. Ik heb heel hard gevloekt toen ik het berichtje las.

donderdag, mei 11, 2006

Endymion Spring

Ik heb mijn eerste buzzer-opdracht binnen! Een week geleden kreeg ik een mailtje of ik interesse had voor deze campagne. Snel gekeken waar het om ging, en natuurlijk zei ik ja! Het gaat om een boek. Endymion Spring. En ik mag het lezen.
De doelgroep is vanaf 12 jaar én iedereen die van fantasy en spannende boeken houdt. Nu ben ik niet zo’n geweldige fantasy-liefhebster, en ook ben ik de 12 al heel wat jaartjes gepasseerd, maar ieder boek is welkom. Zeker als je het gratis krijgt! Harry Potter heb ik ook helemaal doorgeworsteld. Voor mijn verjaardag had ik ooit de complete serie gevraagd, en natuurlijk heb ik die toen gelezen. Na deel I wist ik wel dat ik de rest zelf nooit gekocht zou hebben, maar aangezien iemand de moeite had genomen ze voor me te kopen, kon ik niet anders dan ze te lezen ook.
Het toeval wil dat ik nu bezig ben in een soortgelijk boek qua sfeer als Endymion Spring: "Labyrinth" van Kate Mosse. Net als Dan Brown's "Da Vinci Code" een boek over de heilige Graal. Ik heb het gekocht omdat de boekhandels er vol mee lagen en omdat het goede kritieken kreeg. Een zwak excuus: mee met de massa. Zelf ben ik een makkelijk en willig te buzzen object. Leg een paar grote stapels neer en ik koop het. Ik twijfelde nog of ik het in het Engels zou kopen of in het Nederlands, maar uiteindelijk heb ik voor dat laatste gekozen. Jammer achteraf, het leest vlot weg en met het Engels zou ik geen problemen hebben gehad. Gelukkig is het goed vertaald, zodat je je niet zit te verbijten aan kromme zinnen. Wat ik er tot nu toe van gelezen heb valt me niet tegen. Het zit goed in elkaar.
Maar goed, ik leg "Labyrinth" even weg en ik begin vanavond nog aan mijn buzz-opdracht.
Endymion Spring, here I come!

woensdag, mei 10, 2006

De tweede dag


De tweede dag van herrie, zaagsel, stofwolken, in-en-uitgeloop van werklieden en katten die opgesloten moeten worden in kamers en er toch uit zien te komen. Mijn MacGyver-capaciteiten kwamen wederom van pas. Dit keer geen panty’s maar twee lange sjaals aan elkaar gebonden. Strakgespannen tussen de deurklink van de huiskamer en een verwarmingsbuis in de hal. Zo blijven de mormels tenminste in de woonkamer. De voordeur ligt er uit, dat betekent dat de katten vandaag geen tikkertje kunnen spelen op de trappen.
De zijkant van het huis is gisteren voorzien van nieuwe kozijnen en ramen. Het ziet er strak uit! Supermooi. En dat wordt alleen maar nog mooier als de afwerking binnen ook klaar is.
De voorgevel is vandaag aan de beurt. De ouwe planken liggen al in de container en de heren werklieden zijn nu bezig de keralit-geveldelen te plaatsen. Van donkerbruin hout naar crèmekleurig keralit. Weg somber huis!
Ik laat alles nu maar gebeuren en over me heen komen. Het nerveuze gevoel heb ik weggestopt. Dat geeft een hoop rust. Voor twijfel was het toch al te laat, en aan onnodige zorgen heb je niets. Ik heb het losgelaten.
Mijn vader zei altijd: ‘Je kunt je geld niet mee je graf in nemen.’ Ik had mijn vader graag even aan mijn zijde gehad voor morele steun. Zijn goedkeuring horen. ‘OK, Pa, het geld rolt!’
Ik draai gewoon een extra hypotheekkaartje om, net als bij Monopoly. En anders verkoop ik de boel toch?? Hahaa! Het is ook net een spel. Wie niet waagt, die niet wint.

dinsdag, mei 09, 2006

Zenuwen en maagpijn


Ik merk dat ik de laatste tijd veel schrijf over verdriet, twijfels, pijnlijke herinneringen, alleen zijn en wat al niet meer. Het is een manier om er reëel en rationeel over na te denken. Op deze manier bekijk ik mijn leven, mijn situatie een beetje door andermans ogen. Het levert geen instant oplossingen op, maar in zekere zin helpt het wel alles in kaart te brengen.
Een aspect van alleen zijn is dat je beslissingen alleen moet nemen. Er zijn altijd wel raadgevers en meedenkers, maar je staat er toch alleen voor. Niemand met wie je zorgen en twijfels kunt delen. Elke beslissing, van wat voor aard ook, moet je zelf nemen.
Ik heb in de afgelopen periode een paar flinke financiële beslissingen genomen. Daar heb ik, serieus waar, maagpijn van gehad. En nog word ik af en toe echt misselijk als ik aan mijn toekomst denk. Zou ik het wel redden? Kan ik alles wel opbrengen? Wat als ik onverhoopt arbeidsongeschikt raak? Als ik mijn baan kwijt raak?
Ik ben niet van het type ‘wie dan leeft, die dan zorgt’. Ik zie overal obstakels. Altijd geneigd dingen van de zwarte kant te zien. En ik baal van dat sombere en moeilijke gedoe.
Wat zou ik graag lekker luchtig willen leven. Ik ben jaloers op mensen die dat kunnen. Een ‘we-zien-wel’ houding.

Een paar dagen geleden vertelde ik over wel of niet verhuizen. Dat heb ik overwogen. Ik heb mijn huis in de verkoop gehad. Maar het gekke was, hoe meer kijkers er kwamen hoe chagrijniger ik werd. Ik realiseerde dat ik er niet aan toe was het huis te verkopen. Niet voor mijzelf, en niet voor mijn kinderen die dit huis toch als hun ‘thuisbasis’ beschouwen. Als ik geen kinderen had gehad, was het anders geweest. Ik nam weer een beslissing: de verkoop werd geannuleerd.
Er waren nog meer beslissingen te gaan: het onderhoud van het huis. Jarenlange verwaarlozing van het houtwerk (de gevel is grotendeels van hout), zorgde ervoor dat de gaten er spontaan in vielen. Er moest echt wat aan gedaan worden. Wat lapwerk zou bij lange na niet voldoende zijn.
Vandaag wordt een begin gemaakt met de vervanging van alle houtwerk in kunststof delen. Kunststof kozijnen, kunststof gevelplaten, kunststof boeiboorden, kunststof deuren… Onderhoudsvrij. Maar kostbaar!
Mijn maagpijn en misselijkheid zijn nog lang niet over. Het was een megabeslissing. Het klamme zweet staat op mijn handen. Ik zou blij moeten zijn dat er eindelijk gestart wordt met deze verbouwing (zo kun je het wel noemen), maar ik kan nog niet op die manier denken.
Ik heb de beslissing om dit allemaal te doen zelf genomen en ik ben bloednerveus. Van mijn leven heb ik nog nooit zulke grote financiële beslissingen genomen.
You’re on your own, kid!

zondag, mei 07, 2006

Van wie mag ik wat Duct Tape lenen?

Ik lag net heerlijk in mijn luie tuinstoel te dommelen. De stoel bijna horizontaal, ogen gesloten en de zon op mijn gezicht. Dat mag ook wel eens, ik ben zó bleek dat mensen vragen of het wel goed met me gaat... Ik moet me constant verdedigen. ‘Ja heus, ik voel me prima!’
De zon is vandaag niet echt betrouwbaar. Regelmatig verstopt hij zich achter de wolken en nét op het moment dat ie tevoorschijn zou moeten komen, draait de wind en komt er weer een ander stukje wolk voor de zon. Dat ene blauwe stukje waar je op zit te wachten schuift steeds langs de zon.
De gedachten tuimelden weer door mijn hoofd vanmiddag. Voer voor honderden logjes. Niet dat ik overal over wil loggen, maar sinds ik een weblog heb maak ik wel onderscheid in logbare - en niet-logbare onderwerpen. Ik heb een soort permanent notitieblokje in mijn kop. Of ik onthoud slechts een sleutelwoord dat een linkje naar het onderwerp heeft waarover ik wil loggen. Dat is een handig systeem. Dat sleutelwoord schrijf ik soms op mijn hand, als een geheimcode.
Vanmiddag lag ik weer zo’n beetje te mijmeren. Geraas van auto’s in de verte, af en toe een trein, best rustgevend. Helemaal stil is ook weer zo stil. Aanzwellende en afnemende verkeersgeluiden zijn zo gek nog niet op een rustige zondag. Ik stoor me daar niet aan.
Waar ik me wel gigantisch aan stoorde en wat me uiteindelijk naar binnen heeft gedreven, was het gegil van een jongetje van drie huizen verderop. Gisteravond was ie al bezig. Ik zat me toen al op te vreten van ergernis, maar ik dacht toen nog dat ie wel snel naar bed zou gaan en dat het gegil dan over zou zijn. Het gegil was zo erg dat we de tuindeuren hebben moeten sluiten omdat we anders de TV niet meer konden volgen. Volgens mij ging dat kind veel te laat naar bed voor zijn leeftijd. Ik had hem graag naar bed gestuurd, deuren en ramen potdicht. Opzouten! Slapen! Kop dicht!
Vanmiddag begon dat irri-kind weer te gillen. Ik zag mijn naaste buurvrouw ook al verstoord op kijken. We vroegen ons af of dat kind z’n kop niet kon houden.
Ik bedacht een paar strategieën. Ik zou bijvoorbeeld met een knipoog kunnen vragen wie er vermoord werd. Hint, hint. Naar de ouders toe, welteverstaan. Die zaten er namelijk naast. Maar mijn irritatie had al zulke vormen aangenomen, dat ik zoiets niet meer met humor kon brengen. De grimmigheid zou er vanaf druipen.
Dan maar gewoon vragen of het gegil op kon houden? Het jochie was aan het spelen onder het slaken van veel gilgeluiden. Je kunt toch ook spelen zonder al die herrie? Ik zat nog te dubben wat ik zou doen. Moed te verzamelen voor de confrontatie met de ouders. Brrr... ik ben echt een schijterd.
Mijn eigen dochter had de oplossing. Met een stem als een scheepshoorn en drie octaven hoger dan normaal, gilde ze: ‘Doeeeeeeeeeeeiiiii máááááám!! Ik gááááááá!! Tot vanáááááávond!!’ Ik schrok eerst, maar toen moesten we er geweldig om lachen. De buurvrouw schoot ook in de lach. En weg ging ze, mijn dochter.
En verdomd, het gegil hield à la minute op. Misschien was het toeval, misschien niet. Het is wel te laat, want het wordt te koud om buiten te blijven zitten met de kleding die ik aan heb. Of beter gezegd: het gebrek aan kleding. Ik trek een trui aan en ga nog even in alle rust buiten lezen.

zaterdag, mei 06, 2006

Droom of werkelijkheid

Vanmorgen ging mijn wekker slechts een half uurtje later af dan hij door de week gaat. Uit vrije wil hoor. Het is zo lekker om op de vroege zaterdag – of zondagochtend te gaan sporten. Meestal lukt het me wel er vroeg uit te komen op mijn vrije weekend, terwijl ik door de week soms best wat langer zou willen blijven liggen.
Ik was vanmorgen eigenlijk al wakker voor de wekker afging. Tijd om mijn gedachten eens de vrije loop te laten, een beetje dagdromen. Het was een lekkere toestand tussen slapen en waken in. Ik kon mijn gedachten manipuleren tot een bijna droomtoestand. Achteraf kon ik het ook best gedroomd hebben, maar ik wist alles nog precies toen ik op stond.
Ik bedacht me hoe het zou zijn als ik ergens in een heel ander deel van het land zou gaan wonen. Weg van alle herinneringen. Niet meer alle vertrouwde geluiden, geuren en beelden om je heen hebben, maar met een schone lei opnieuw starten. Een nieuwe IK ontwikkelen, los geweekt van al het oud zeer, pijn, verdriet, gevoelens, herinneringen aan goede tijden. Andere mensen om me heen, mensen die mij niet kennen en die mij leren kennen als mijn nieuwe IK.
Ik vraag me af of dat verschil zou uitmaken in hoe ik mij voel. Of ik inderdaad blijer en gelukkiger zou zijn. Of zouden toch al die muizenissen in mijn hoofd blijven rondzwerven en op de meest ongelukkige tijdstippen naar boven komen?
Alles loslaten en een clean break te maken vereist moed. Voorlopig heb ik die nog niet, vrees ik. Het is makkelijker om alles bij het oude te laten. Alhoewel, oud? Niks is meer hetzelfde. Misschien ben ik al begonnen met een nieuwe start te maken, maar heb ik dat nog niet door. Het duurt best lang, vind ik. Zou het ooit slijten?
Ik pijnig mijn hersenen regelmatig af wat ik zou moeten doen om alles weer wat onder controle te krijgen. Nu ik er goed over nadenk, wil ik niet een nieuwe IK, maar wil ik mijn oude IK terug. Ik had hem ooit en ik wil hem terug. Zorgeloos en blij leven en genieten van wat er op je weg komt. Dat moet toch haalbaar zijn?

donderdag, mei 04, 2006

5 mei-gevoel

Dodenherdenking. Ieder jaar op 4 mei rond de klok van acht uur stem ik af op één van de Nederlandse zenders. Op de Dam staat het al zwart van de mensen. Rustig en gedisciplineerd staan ze te wachten. Dan komen de Koningin en consorten op. Op de een of andere manier ontroert me dat altijd. De klanken van de Taptoe, de stilte, het denken aan het leed van de Tweede Wereldoorlog, het Wilhelmus. In gedachten, en soms hardop, zing ik het volkslied mee. Ook dit jaar weer.
Ieder jaar worden de veteranen die de herdenking bijwonen wat strammer en krommer. Over een paar jaar zijn ze er niet meer. Maar de 4 mei-viering blijft doorgaan.
Op TV zag ik een man, jonger dan ik, met gesloten ogen de twee minuten stilte ondergaan. Ik stelde me voor hoe hij dacht aan gruwelen die er gebeurd zijn, de doden die gevallen zijn. Ik vond het ontroerend te zien hoe die jonge man de Dodenherdenking zo serieus nam. Zo moet het ook.
Op de parkeerplaats langs de weg achter mijn huis stopten twee auto’s. Na een paar minuten gingen ze weer rijden. Dat vond ik mooi. Tóch even bewust aan dat moment denken. Ik zou het ook gedaan hebben: stoppen waar ik mee bezig ben en denken aan al die mensen die zijn omgekomen. Twee minuten maar, da’s toch niks.
Morgen 5 mei. Voelt vandaag, 4 mei, zwart aan, zo oranje voelt 5 mei aan. Jubelend geel, oranje, rood. Lichte, stralende kleuren. Ik denk vaak in kleuren, en het kleurcontrast tussen deze twee data is groot. Ook al zou het morgen niet zonnig zijn in de letterlijke betekenis van het woord, morgen is een zonnige dag. Een gewone werkdag voor mij, maar met een blij, licht gevoel.
Nu laat ik alle somberheid van het 4 mei-gevoel achter me. De TV gaat uit. Geen oorlogsfilms meer en geen terugblikken hoe het was. Ook ik moet verder. Ik wil dat 5 mei-gevoel vast houden en weer gelukkig worden.
Morgen gaat de vlag uit.

woensdag, mei 03, 2006

MSN'en

Mijn dochter kwam gisteren verontwaardigd terug van haar werk. Haar collega van die dag had de hele dag op MSN gezeten. Geen flikker uitgevoerd en alleen maar gechat. Daarnaast had ze constant met haar vrienden zitten telefoneren. Persoonlijke telefoongesprekken. En dat allemaal in de baas zijn tijd!
Ik snap dat niet. Je wordt betaald om iets te doen. En zodra de kust veilig is en er geen ‘meerderen’ aanwezig zijn, ga je zitten internetten. Nee, ik kan daar helemaal niet bij. Het voelt aan als diefstal.
Op mijn werk hebben we ook computers, en natuurlijk zitten we ook wel eens op internet, maar dan alleen maar voor zaken die met het werk te maken hebben. Het komt serieus niet in mijn hoofd op om MSN te openen of weblogs te lezen. Het is gewoon not done. In werktijd ben ik met mijn werk bezig, alleen maar met mijn werk. Sterker nog, ik heb niet eens tijd om te chatten, ook al zou ik die gewetensbezwaren niet hebben!
Ik ben blij dat mijn dochter er net zo over denkt. Haar verontwaardiging was oprecht.
Ze zit nu in tweestrijd. Moet ze dit aankaarten bij de regiomanager of moet ze dit voor zich houden? Het zit namelijk zo dat dat filiaal niet goed loopt. Bestellingen worden pas na een week verwerkt. Urgente zaken blijven liggen. Ik begrijp nu hoe dat komt. Er wordt niet gewerkt!
Maar welke consequenties zal het voor mijn dochter hebben als ze het wél door geeft? Ze wil niet klikken...
Vorige week kwam de regiomanager naar haar toe om haar op het hart te drukken dat ze niet moest schromen hem te melden als ze dingen tegenkwam die niet door de beugel konden. Ik denk dat hij wel vermoedt wat er achter zijn rug om gebeurt. Maar hij brengt mijn dochter met zijn verzoek wel in een heel lastig parket...

Hoe zit dat op jullie werk? Tijd voor MSN? Of net als ik plichtsgetrouw en nooit en te never op het werk MSN'en? En wat betreft het lezen van weblogs? Kan dat op het werk?
Moet de boog altijd gespannen zijn op het werk, of mag er tijd vrijgemaakt worden voor dit soort zaken?
Ik ben er heel duidelijk in: ik vind het niet kunnen!

maandag, mei 01, 2006

Touch of Sun




"Een nieuwe zomergeur geïnspireerd op de energie van een zonsondergang en vrouwelijke creativiteit".

Deze slogan heb ik niet zelf bedacht, maar het ruikt net zo lekker als het klinkt.
Als de zomer niet naar mij wil komen, dan haal ik hem wel naar mij toe met een vleugje "Touch of Sun".