Klein berichtje in de krant van gisteren:
dinsdag 29 november 2005
Medicijnen gestolen uit apotheek na brand De Heester
GOUDA - Naar nu bekend is gemaakt heeft de politie vlak na de grote brand in winkelcentrum De Heester een 23-jarige man uit Gouda aangehouden wegens diefstal. De man zag door schoonmaakwerkzaamheden bij een apotheek aan de Vuurdoornlaan zijn kans schoon om twee tassen vol medicijnen te stelen. Hij verborg deze in struiken aan de Ericalaan. De man heeft tot gistermiddag vastgezeten.
Er zijn altijd mensen die van andermans leed willen profiteren.
Bah, bah, bah.
woensdag, november 30, 2005
dinsdag, november 29, 2005
Werken in een bouwput

De apotheek naast de vuurzee in de nacht van 25 op 26 november.
Meer foto's hier.
Het valt toch tegen, het schoonmaakwerk in de apotheek. De schade blijkt aanzienlijk omvangrijker dan aanvankelijk gedacht werd.
Vandaag is een gespecialiseerd schoonmaakbedrijf op het gebied van rookschade, begonnen een groot gedeelte van de apotheek grondig schoon te maken. Ze hebben alle plafonddelen van een aantal ruimtes verwijderd, o.a. van het kantoortje en van de bereidingsruimte. Voordat ze begonnen moesten die ruimtes helemaal leeg zijn. Een geweldige operatie dus. En de chaos is compleet. Helemaal in het wit gekleed, als ruimtemannen, en met maskers op, zijn ze aan hun werkzaamheden begonnen. Het is onvoorstelbaar wat voor troep er onder de plafonds zat….
Een groot gedeelte van de apotheek is nu dus totaal onbegaanbaar en onherkenbaar. Het lijkt een bouwput.
Ook is er een grote container buiten voor de ingang van de apotheek geplaatst, waar een ander bedrijf alle afgekeurde materialen, grondstoffen, medicijnen, voorraden en andere door rook en water bedorven spullen heeft gedumpt. Maar pas nadat wij dat allemaal geïnventariseerd hadden. Een heidens karwei.
Het is een complete chaos: lege schappen, overal opgestapelde spullen waar je haast je nek over breekt, nieuwe bestellingen die al binnen komen, en klanten die verwachten dat we nu dezelfde service verlenen als ze gewend waren van ons.
Het is geen wonder dat velen van ons zich afvragen of de apotheek niet beter een weekje (of zelfs nog langer) gesloten had kunnen worden. Ik zelf denk ook dat dat het beste was geweest.
Er is aanvankelijk toch te positief gedacht over de schade. De meeste schade was immers niet direct zichtbaar.
Natuurlijk vertoont iedereen nog veel inzet, maar de vermoeidheid begint parten te spelen. Door het grote aantal schoonmakers en andere mensen die op de een of andere manier betrokken zijn bij de reorganisatie van de apotheek, lijkt het nu op een ongestructureerd zooitje. Iedereen loopt maar in en uit. Veel te veel mensen voor een betrekkelijk kleine ruimte. Veel te veel troep. Hoe moet het ooit weer goed komen! En het plan was nog wel om vanaf woensdag weer helemaal open te gaan!
Het is trouwens onvoorstelbaar dat, ondanks de mededeling dat de apotheek alleen voor noodgevallen open is, er tóch mensen komen voor onbenullige dingetjes. Recepten die makkelijk een week kunnen wachten. Een neusspraytje kopen. Een doosje paracetamol. En we kunnen de kassa niet eens gebruiken! Maar ik begrijp het wel: de mensen willen even kijken, even een praatje maken, alles even met hun eigen ogen aanschouwen.
Het is dubbel, aan de ene kant is belangstelling fijn, maar aan de andere kant stoort het een beetje. Het verzoek om over een week terug te komen voor niet-dringende zaken, wordt niet altijd in dank afgenomen. En toch moet je beleefd blijven, en vragen om begrip voor de situatie. Moeilijk, hoor. Ik zou soms willen roepen: “Ga toch weg, mensen! Ga naar de Etos voor die neusspray, en val ons niet lastig met jullie gezanik en speciale wensen! Nu even niet!”
Goddank ben ik morgen vrij. Ik ben er echt aan toe na al dat hectische en provisorische gedoe.
Het gerucht dat de brand zou zijn aangestoken door de snackbareigenaar wordt gevoed door het bericht dat die eigenaar door de politie is aangehouden en in bewaring is gesteld. Wat de precieze aanklacht is, is niet bekend gemaakt.
Dit gaat ongetwijfeld een vervolg hebben.
Labels:
brand
maandag, november 28, 2005
Bijna weer in bedrijf

Het leek vandaag een gewone werkdag, maar het was het absoluut niet. De apotheek was wel open, maar alleen voor spoedrecepten. Ook herhaalrecepten mochten ingeleverd worden als men geen voorraad thuis meer had. Voor alle andere recepten vroegen we begrip aan de patiënten, wat we meestal ook wel kregen. Afgezien van een paar vervelende en egoïstische reacties waren de patiënten erg meelevend en vol begrip. Het is de bedoeling dat vanaf woensdag alles weer 'normaal' is.
Aangezien de computers nog niet in bedrijf waren (beter gezegd: er nog helemaal niet waren), werden drie assistenten (waaronder ik) naar de Dienst Apotheek gestuurd om daar de receptverwerking te doen. Afleveren zou gewoon in de eigen apotheek moeten gebeuren, omdat de voorraad van de Dienst Apotheek niet toereikend is. De recepten ontvingen we daar per mail en fax en werden weer opgehaald door onze apotheker, nadat wij ze hadden verwerkt. De apotheker pendelde dus een beetje op en neer.
Er heerste wat verwarring bij de artsen. Sommigen vertelden de patiënten dat de apotheek helemaal niet open was, die werden meteen naar de Dienst Apotheek gestuurd. Maar dat was niet de bedoeling. In principe moesten ze de medicijnen wél bij de gewone apotheek halen. Het gebeurde ook dat de artsen het recept naar een andere apotheek mailden, ook omdat ze dachten dat onze apotheek nog niet in bedrijf was. Het was een beetje onduidelijk, en een beetje chaotisch. Voor ons ook, wij liepen ook regelmatig tegen onverwachte probleempjes aan.
Halverwege de dag werden de medicijnen in de door brand aangedane apotheek door de inspectie vrij gegeven: alles wat in de medicijnlades zat is goed en mag gewoon afgeleverd worden, evenals alle medicijnen of zelfzorgmiddelen die in glas of plastic verpakt zijn. De rest moet er ALLEMAAL uit. En dat is veel…
Er is keihard gewerkt om alles uit de schappen te halen, alles te noteren wat afgeboekt moet worden en nogmaals: boenen, boenen, boenen…Maar wat ben je toch onthand zonder elektronisch verkeer! We zijn het zó gewend. Even snel afboeken en nieuwe voorraden bestellen was er dus niet bij.
Morgen gaan de plafonds in de apotheek er uit. Er zit teveel roet onder. Dat wordt een hele operatie…Er komt een professioneel schoonmaakbedrijf dat het zaakje gaat ‘ontroeten’. Overigens is de geur in de apotheek niet te harden. Een geweldige penetrante brandlucht, het trekt in je kleren en haren, en je ogen gaan er van tranen. Die lucht komt behalve uit de puinhopen van de supermarkt en de andere winkels voornamelijk uit de plafonds. Hoop ik. Want ik heb niet zoveel zin om nog maanden in een brandlucht te moeten werken.
Morgen gaan 3 andere collega’s in de Dienst Apotheek werken, dan moet ik gewoon in onze eigen apotheek staan. Een beetje afzien..... In feite had ik vandaag een heerlijk dagje!
Er gaan steeds meer geruchten de ronde over het ontstaan van de brand in de snackbar. Ik ga er nu zelf ook bijna in geloven dat het niet helemaal zuivere koffie is…
Labels:
brand
zondag, november 27, 2005
Het begint weer wat te lijken


Samen met acht collega’s heb ik vanmiddag flink de handen uit de mouwen gestoken in de apotheek na de grote brand van vrijdagnacht. De publieksruimte en het kantoortje zijn weer redelijk roetvrij. We hebben gesopt en geboend dat ik er spierpijn van heb!
Het water was al weggezogen en weggepompt door de brandweer. Er was een noodaggregaat neergezet en een aantal blowers die de boel droog moesten krijgen. Rond 16.00 uur kon de stroom weer ingeschakeld worden en hadden we weer licht en warm water! Natuurlijk hebben we dat gevierd met een bakje koffie!
Wat blijft is nog een onaangename brandlucht. Een scherpe geur die in je keel en ogen prikt.
Morgen komt de verzekering nogmaals alles in ogenschouw nemen, en als dat alles achter de rug is kunnen we bepalen wat er van de voorraad wel of niet weg moet. Al het verbandmateriaal en alle incontinentiematerialen zijn sowieso verloren. Het magazijn grenst pal aan de totaal afgebrande supermarkt. Alles in het magazijn zit onder een vieze vette roetlaag.
Morgen zijn we open voor spoedgevallen, en het plan is om dinsdag 29 november weer helemaal open te gaan.
Er is staat nog veel te gebeuren, maar het begin is er!
Labels:
brand
Ground Zero
Het eerste wat ik dacht vanmorgen was: het was geen nachtmerrie. De brand. Het is écht gebeurd.
Ik dacht aan mijn werk, en zoals gewoonlijk als je ergens aan denkt komen daar beelden bij. Ik denk sowieso erg visueel. In mijn gedachten zag ik hoe het was. Hoe ik ’s ochtends aan kom fietsen bij een nog bijna verlaten winkelcentrum. Ik zag de apotheek van binnen: warm, gezellig en vertrouwd. Meteen nadat die beelden in mijn hoofd verschenen realiseerde ik me dat het nooit meer zal worden zoals het was. Het winkelcentrum is een grote berg zwart puin geworden. Mijn veilige, vertrouwde werkplek is veranderd in een donker, zwart, nat, stinkend en vies gebouw.
Zojuist was ik er nog even. Alles is afgezet. Schermen er omheen tegen ramptoerisme en vandalen. Hekken om onbevoegden te weren en te beschermen tegen vallend puin.
Ze zijn druk bezig de puinhopen te ruimen, en ik vermoed dat ze daar niet zomaar mee klaar zijn.
De nasleep zal voor de betrokkenen zeker nog een lang staartje krijgen.
Dan komt nog de schuldvraag. Er gonzen allerlei geruchten. Dat de brand in de snackbar aangestoken zou zijn. Maar het hoe of wat, dat wordt onderzocht. Of het een ongeluk was, of opzet. Met het doen van uitspraken daarover wacht ik tot er officiële mededelingen komen, ik ga niet gissen of beschuldigingen uiten.
Het is een raar dagje, vandaag. Ik voel me vreemd en triest. Unheimisch.
Gek, dat een werkplek zo’n belangrijke plaats in je leven kan innemen.
Update: ik ben net gebeld. Het schoonmaken kan beginnen! Actie dus!
Ik dacht aan mijn werk, en zoals gewoonlijk als je ergens aan denkt komen daar beelden bij. Ik denk sowieso erg visueel. In mijn gedachten zag ik hoe het was. Hoe ik ’s ochtends aan kom fietsen bij een nog bijna verlaten winkelcentrum. Ik zag de apotheek van binnen: warm, gezellig en vertrouwd. Meteen nadat die beelden in mijn hoofd verschenen realiseerde ik me dat het nooit meer zal worden zoals het was. Het winkelcentrum is een grote berg zwart puin geworden. Mijn veilige, vertrouwde werkplek is veranderd in een donker, zwart, nat, stinkend en vies gebouw.
Zojuist was ik er nog even. Alles is afgezet. Schermen er omheen tegen ramptoerisme en vandalen. Hekken om onbevoegden te weren en te beschermen tegen vallend puin.
Ze zijn druk bezig de puinhopen te ruimen, en ik vermoed dat ze daar niet zomaar mee klaar zijn.
De nasleep zal voor de betrokkenen zeker nog een lang staartje krijgen.
Dan komt nog de schuldvraag. Er gonzen allerlei geruchten. Dat de brand in de snackbar aangestoken zou zijn. Maar het hoe of wat, dat wordt onderzocht. Of het een ongeluk was, of opzet. Met het doen van uitspraken daarover wacht ik tot er officiële mededelingen komen, ik ga niet gissen of beschuldigingen uiten.
Het is een raar dagje, vandaag. Ik voel me vreemd en triest. Unheimisch.
Gek, dat een werkplek zo’n belangrijke plaats in je leven kan innemen.
Update: ik ben net gebeld. Het schoonmaken kan beginnen! Actie dus!
Labels:
brand
zaterdag, november 26, 2005
Brand

Vannacht schrok ik wakker van een harde knal. Zo hard dat ik rechtop in bed zat met bonzend hart. Vlak daarna zag ik lichtflitsen door mijn slaapkamerraam en vlak daarna nog meer geluid wat ik niet direct kon thuisbrengen. Geen onweer dus, ik was zo wakker dat ik me dat wel realiseerde. Verder dacht ik niet: ik ben weer in slaap gevallen.
Toen ik vanmorgen mijn mail checkte was daar een berichtje van een kennis uit een andere stad. Ik las: in mijn stad was een winkelcentrum compleet afgebrand, MAAR ZE HEBBEN DE APOTHEEK KUNNEN SPAREN!!
Meteen begonnen allerlei alarmbellen bij mij te rinkelen. De knal van vannacht, de lichtflitsen....Dat moeten brandweerauto's geweest zijn. Bevend en geschrokken zat ik achter de computer. Het zou toch niet?? Mijn hersenen werkten op volle toeren. Alle winkelcentra flitsten door mijn hoofd en niet één had een apotheek direct in een winkelcentrum. Dat kon maar één ding betekenen: het was MIJN winkelcentrum, met MIJN apotheek….
Krantensites geopend. En ja hoor…mijn bange vermoedens werden bevestigd. Enorme brand: 6 van de 9 bedrijven in vlammen op gegaan.
Ik was te onrustig om nog iets te doen, ik ben er meteen naartoe gegaan. Naar de plek des onheils. En zo zag het er uit: als Ground Zero. De apotheek grenst aan de C1000 waar alleen nog maar wat verwrongen staal van over is. Snackbar, groenteboer, chinees, kapper, bakker…ze bestaan niet meer. Helemaal niets meer van over. Niks, nada, niente.
Overigens is met de bewering dat de apotheek er nog staat ook alles gezegd. Alles moet er uit. Alle medicijnen, handverkoop….echt ALLES. Alle computers zijn verloren. De apotheekserver ligt er compleet uit. De moedercomputer staat bij ons, en alle huisartsen en andere apotheken en zelfs de Dienst Apotheek Midden Holland liggen dus ook plat. Een drama.
Vanmorgen om 9 uur was ik er al. Ik mocht ondanks de afzetting naar binnen. De brandweer was nog aan het nablussen, en zelfs nú nog, aan het eind van de middag, smeult het nog. Ze halen meteen alle puinhopen van de winkels die verloren zijn gegaan in de vuurzee weg. En steeds laait dan weer ergens een brandje op.
Maar vanmorgen moest er een hoop gebeuren. Koelkasten moesten leeggeruimd worden, bakken vol met medicijnen moesten met spoed bezorgd worden, alles wat nog gedaan kon worden moest gedaan worden. In plassen water heb ik staan helpen. Alles nat, alles beroet. Een enorme puinhoop. Triest, triest, triest. Het ziet er minder erg uit dan het is. De schade-experts waren niet positief. Wat een enorme strop. En niet alleen voor ons, de apotheker en de werknemers, maar vooral voor de kleine zelfstandigen die echt alles kwijt zijn. De groenteboer die altijd keihard werkte om zijn hoofd boven water te houden, de bakker die de bakkerij net over genomen had, de C1000….Ik heb zo met ze te doen.
Zondag staan we met z’n allen stand-by om eventueel te helpen mocht dat nodig zijn. En ik offer daar graag mijn vrije dag voor op, zoals ik ook vandaag belangeloos en zonder daar uren voor te krijgen, geholpen heb.
Hoe het maandag en de komende weken moet, weet ik niet. Of we komende week überhaupt wel open kunnen is nog de vraag. De dienstverlening staat voorop. Er zal wel een tijdelijke oplossing gevonden worden misschien, in de vorm van een noodgebouw of iets dergelijks. Of afleveren via een andere apotheek. Het is heel onzeker. En ik ben er behoorlijk door van slag.
Bijna zonder uitzondering waren al mijn collega’s vandaag op de rampplek. Iedereen voelt zich betrokken, en iedereen wil inspringen mocht dat nodig zijn.
De komende dagen zal er meer duidelijkheid komen over het hoe en wat. Zodra ik meer weet zal ik er over loggen.
Nu overheerst een verslagen gevoel.
De brand is waarschijnlijk begonnen bij de snackbar, om 01.00 uur van vrijdag op zaterdag. De knal die me gewekt heeft is een ontploffing geweest daar in die snackbar. Verdere toedracht is nog niet bekend.
Labels:
brand
Druk

Inspiratie om logjes te schrijven is er wel, maar de tijd ontbreekt een beetje.
Nog één week te gaan, en dan moet ik alle St. Nicolaascadeau’s in huis hebben en de gedichten geschreven hebben. Druk, druk, druk.
Onder stress en met een harde deadline presteer ik gelukkig optimaal. Ieder jaar maak ik me weer zorgen of ik alles wel afkrijg en ieder jaar krijg ik het weer voor elkaar. Niet dat ik nu, al duimen draaiend, rustig afwacht tot het zaterdag 3 december is, dat ook weer niet, maar met wat inspanning gaat het me vast weer lukken.
Peper – en kruidnoten erbij om weg te knabbelen en dan hard aan de slag!
Ik wil geen middelmatige rijmelarij (denken/schenken, Sint/vindt, etc…), nee, ik wil iets origineels in elkaar prutsen. Vergt enig denkwerk.
Misschien daarom wat minder gelog,
Maar geloof me, ik lees jullie toch!
Iedereen succes met het voorbereiden van surprises en het maken van gedichten!
donderdag, november 24, 2005
The girl next door

Het verbaast me soms dat mensen mij vaak heel anders in schatten dan ik in werkelijkheid ben. Zou dat komen omdat ik altijd een goede indruk bij anderen wil achterlaten? Of omdat ik gewoon aardig gevonden wil worden? Niet dat ik niet aardig ben. Ik ben héél aardig! Maar er zitten ook kantjes aan me die niemand van mij verwacht.
Ik kom uit een keurig milieu, ik ben heel beschaafd opgevoed, ik kan me heel makkelijk in allerlei situaties aanpassen en profileren, en weet precies hoe ik me moet gedragen om zó over te komen zoals men dat verwacht. Samen met een (niet gespeelde) verlegenheid kom ik dus meestal over als een zeer bescheiden en braaf persoon. The girl next door. Altijd een vriendelijk woord voor anderen, altijd bereid om iemand te helpen.
Dat is maar één kant van mijn persoonlijkheid. Maar kennelijk is dat wel hoe anderen mij zien.
Eén van mijn andere kanten is dat ik het leuk vind om morbide grappen te maken. Tegen het randje aan, zeg maar. Iets zeggen wat eigenlijk nét niet kan, of nog nét wel. ’t Is maar hoe je het bekijkt. En het gekke is, daar kijkt men van op. Soms wordt er geschrokken op gereageerd. “Zooooo zeg! En dat uit jóuw mond…!!!” Of als me eens een uitroep als ‘kutvent!’ ontschiet, is men oprecht verrast. Zoiets zijn mensen kennelijk toch niet van me gewend. Of zou ik ze zand in de ogen strooien door mezelf anders voor te doen dan ik in werkelijkheid ben? Netter dan ik eigenlijk ben? Ik kan boeren en vloeken als een havenarbeider. Ik kan schelden als een viswijf. Ik doe het alleen niet zo vaak in gezelschap. Daar ben ik toch te goed opgevoed voor.
Ik zou mijn imago wel eens wat willen veranderen. Gewoon doen waar ik zin in heb, in plaats van dat bekrompen, bescheiden gedrag wat me aangeleerd is. Een stoere, brutale meid zijn. Lak hebben aan wat er van me verwacht wordt. Fuck them all!
dinsdag, november 22, 2005
Waarom

Soms baal ik zo ongelooflijk van mezelf.
Dan wil ik zeggen: “Ik mis je.”
Maar ik vraag: “Hoe gaat het op je werk?”
Ik wil vragen: “Ben je gelukkig?”
Maar ik vraag: “Hoe is het met je ouders?”
Waarom zeg ik niet de dingen die ik in gedachten al wel honderd keer gezegd heb? Waarom is dat toch zo moeilijk? Waarom zeg ik niet wat ik voel?
Waarom praten mensen in films of boeken wél over dit soort zaken? Het lijkt zo gemakkelijk. Zo simpel. En zo normaal. Maar waarom spelen dit soort gesprekken zich alleen maar in mijn hoofd af, en kan ik ze nooit over mijn lippen krijgen?
Iets rechtstreeks zeggen is zo verdomde moeilijk. Confrontatie aan gaan. Over gevoelens praten. Ik voer hele gesprekken in mijn hoofd, en ik zeg daar altijd wat ik wil zeggen. Ik zeg wat ik voel, wat ik denk, wat ik wil. Maar mijn lippen blijven gesloten.
Die gesprekken houden mij uit mijn slaap. Zorgen ervoor dat ik hele nachten wakker lig. Ik ben er zo druk mee, ik kan geen rust vinden. ’s Ochtends dwarrelen de woorden nog in mijn hoofd rond. Ik ben nooit uitgepraat. En ik ben zó moe.
maandag, november 21, 2005
Lief

Twee katten in huis. Zussen. Net als echte zussen héél verschillend. Maar zo lief!
Kip is lief:
- omdat ze zo ondeugend uit haar oogjes kijkt
- omdat ze zo’n lief koppie heeft
- omdat ze zo mooi getekend is: zwart met wat witte accentjes
- omdat haar oren te groot lijken in verhouding met haar koppie
- omdat haar koppie te groot lijkt in verhouding met haar lijfje
- omdat ze zulke grappige witte voetjes heeft
- omdat ze zo’n lief, ondeugend, wit snuitje heeft
- omdat ze altijd het voortouw neemt tot ondeugende dingen
- omdat ze bij je op schoot komt liggen als ze moe en uitgespeeld is
- omdat ze aan je broekspijpen omhoog klimt
- omdat ze zo ieniemienie klein is
- omdat ze prachtige lange witte snorharen heeft
- omdat ze er uit ziet als een ondeugend schoffie
- omdat ze er zo aandoenlijk schattig, maar toch stoer uit ziet!
Jim is lief:
- omdat ze zo’n prachtige schildpadpoes is
- omdat ze zo verstandig uit haar oogjes kijkt
- omdat ze zo aanhankelijk is
- omdat ze me altijd begroet als ik binnen kom
- omdat ze me kopjes en ‘neusjes’ geeft
- omdat ze oogcontact maakt
- omdat ze zo onwijs hard kan spinnen
- omdat ze zo’n mooi klein spits koppie heeft
- omdat ze precies weet wat ze wil
- omdat ze dicht tegen me aan komt liggen als ze moe is
- omdat ze alles tolereert van haar irritante zusje!
Veel verschil dus, maar één overeenkomst: LIEF!
Met dank aan DANtZiG voor het plaatje.
zondag, november 20, 2005
Nutteloze observatie
Laatst viel me het volgende op: mannen en vrouwen hebben een totaal andere manier van aankleden.
Mannen trekken een trui aan door eerst hun trui over het hoofd te doen en zoeken daarna pas de mouwen om er hun armen door te steken.
Vrouwen steken eerst hun armen door de mouwen en als laatste pas hun hoofd door de halsopening.
De mannenmanier is de manier die kleine kinderen toepassen als ze zichzelf voor het eerst leren aankleden. Zo doet een moeder het namelijk bij haar kindje: eerst de trui over het hoofd en dan de rest.
Waarom leert een vrouw in de loop der jaren een andere manier aan? Is het om haar kapsel te beschermen? Of om er voor te zorgen dat haar make-up niet op de halsboord van de trui terecht komt?
Het intrigeert me.
Ben jij een vrouw of een man en klopt mijn observatie?
Hoe trek jij een trui aan?
De zondagse verveling heeft toegeslagen...
Dit was een blog in de categorie “Zinloos, nutteloos en volkomen onbelangrijk”.
Mannen trekken een trui aan door eerst hun trui over het hoofd te doen en zoeken daarna pas de mouwen om er hun armen door te steken.
Vrouwen steken eerst hun armen door de mouwen en als laatste pas hun hoofd door de halsopening.
De mannenmanier is de manier die kleine kinderen toepassen als ze zichzelf voor het eerst leren aankleden. Zo doet een moeder het namelijk bij haar kindje: eerst de trui over het hoofd en dan de rest.
Waarom leert een vrouw in de loop der jaren een andere manier aan? Is het om haar kapsel te beschermen? Of om er voor te zorgen dat haar make-up niet op de halsboord van de trui terecht komt?
Het intrigeert me.
Ben jij een vrouw of een man en klopt mijn observatie?
Hoe trek jij een trui aan?
De zondagse verveling heeft toegeslagen...
Dit was een blog in de categorie “Zinloos, nutteloos en volkomen onbelangrijk”.
zaterdag, november 19, 2005
TomTom

Hebben jullie dat nou ook wel eens?
Je moet ergens heen, en op de kaart ziet het er heel simpel uit. Moet allemaal lukken, a piece of cake. Op routenet staat het er ook erg simpel: gewoon een keertje links, dan weer rechts, en dan rechts aan blijven houden. Fluitje van een cent. Iedere dombo kan het. BEHALVE IK!!!
Straatnaambordjes zijn niet te lezen, áls ze er al zijn. Of je scheurt er voorbij en raakt volkomen de kluts kwijt als je niet snel genoeg kunt keren. Totaal gedesoriënteerd. En was dat nou die linker afslag, of gewoon een flauwe bocht in de weg?
Daar zit ik dan met m’n routenet printje. In the middle of nowhere. Ik had net zo goed op Mars kunnen zijn.
Stratenboek erbij. Grrr….de bewuste straat staat er niet in! Shit, het boek stamt uit het jaar nul toen de wijk nog niet eens gebouwd was. (Maakt ondertussen een mental note om bij de eerstvolgende tankbeurt een up to date stratenboek te kopen.)
Maar wat nu. Keren dan maar. Terug naar af en proberen uit te vogelen waar het mis ging. Die routenetbeschrijving ligt al in een propje op de grond, totaal waardeloos.
En dan ineens, als je de wanhoop nabij bent, zie je in je ooghoek een straatnaambordje dat je vaag ergens op de beschrijving hebt zien staan. Yes!! Mijn hartslag en bloeddruk dalen weer naar normale waarden. Ik zucht een paar keer diep en het stressgevoel verdwijnt.
Ik stap uiterlijk kalm de auto uit en loop zelfverzekerd naar het adres waar ik moet zijn. Helemaal zoals het een zelfstandige en moderne vrouw betaamt. Uiterlijk dan. Van binnen nog steeds shakend en de naweeën van de doorgemaakte stress voelend. Het wanhoopsgevoel van een paar minuten daarvoor nog vers in het geheugen.
Ik zie alweer tegen de terugweg op voordat ik er goed en wel ben. De hele ellende nog een keer doormaken, maar dan in omgekeerde volgorde....
“Kon je het vinden?”
“Ja joh, eitje!”
Wat zou nou zo’n TomTom kosten? Ik maak even een rekensommetje in gedachten: het geld van de kerstgratificatie van mijn werk en dan zelf hetzelfde bedrag erbij leggen. Moet op te brengen zijn. Ik heb het er dubbel en dwars voor over. Zomaar in de auto kunnen stappen en overal naar toe kunnen rijden zonder stress en paniek….
NOOIT MEER VERDWALEN!
Tradities

Terug uit de stad, terug uit de drukte.
Het was een leuke intocht, het weer werkte ongelooflijk mee en het leek wel of iedereen blij was door de stralende zon en de relatief hoge temperatuur. Dat kan natuurlijk ook te maken hebben gehad met de aankomst van de goedheiligman.
Ik realiseer me ineens dat ik Sinterklaas helemaal niet gezien heb! Mijn ogen zochten naar wat anders in die mensenmassa, en ik vond wat ik zocht. Of eigenlijk: ik werd gevonden! Alle Pieten lijken ook zo op elkaar… Resultaat: wangen vol rode en zwarte strepen en lipafdrukken! Ik ben ook goed bedeeld met allerhande strooigoed, maar dat heb ik gerecycled aan kindertjes die naast me stonden. Ze durfden het zelf niet aan te nemen van de Pieten, die waren toch wel erg zwart en erg eng….
Goedbeschouwd is het maar een raar en gedateerd feest. Je moet tegenwoordig zo verdomde goed opletten wat je zegt in verband met buitenlanders en gekleurde mensen, maar iedereen accepteert wél de zwarte slaafjes van Sinterklaas.
Ach, het is een leuke traditie, en het zou zonde zijn als dit volksfeest zou verdwijnen. Dus deze maand even geen gezeur over discriminatie of wat dan ook.
Nu ga ik een heerlijk stukje marsepein eten. Ook weer zo’n niet te versmaden lekkere traditie die er helemaal bij hoort. Mmmmm……
Intocht

Het lijkt of de winter eindelijk is begonnen. Toen ik vanmorgen in het stikkedonker om 7 uur weg wilde rijden, moest ik een flinke laag ijs van mijn auto krabben.
Vandaag is de intocht van Sinterklaas in ons stadje. Mijn dochters zijn al sinds jaar en dag Zwarte Piet bij dat gebeuren. Lid van waterscouting, dus actief in dit soort evenementen. De gemeente weet de scoutingclubs ieder jaar weer te strikken voor de intocht. Met twee Lelievletjes van de groep begeven ze zich naar de aanlegplaats van de grote boot waar Sinterklaas aan komt. Maar voordat het zover is moeten ze allemaal geschminkt worden. Kwart over 7 verzamelen. 120 vrijwilligers uit de stad worden getransformeerd tot Zwarte Pieten. Een hele happening. En ieder jaar breng ik ze voor dag en dauw naar die verzamelplek.
Ik begeef me zodadelijk ook maar even tussen de kleine kinderen en hun moeders in de stad. Niet om Sinterklaas te zien, maar om even naar de Pietjes te zwaaien. En een paar zwarte zoenen in ontvangst nemen!
Ik blijf het altijd een mooi moment vinden als ik de scoutingbootjes gewaar word, met een stel bekende, uitbundige Pietjes erop. Ieder jaar weer kippenvel en een brok in mijn keel van ontroering. Geweldig!
donderdag, november 17, 2005
Knopen

Vanavond heb ik een vervelend klusje te doen. Alle knopen van mijn werkblouses gaan loszitten. Om te voorkomen dat ik ze spontaan verlies, ga ik ze nu allemaal vastzetten.
De verplichte werkkleding bestaat uit een grijze broek, een lang grijs gilet (van dezelfde stof als de broek), en daaronder keurige blouses. We hebben twee soorten blouses: oudroze van kleur en wit met een dun grijs lengtestreepje. Mooie getailleerde blouses, heel vrouwelijk van lijn. Ik heb twee roze en één wit met grijs streepje. Door allemaal hetzelfde te dragen, creëren we een eenheid én zien we er representatief uit.
Tot voor kort was het zo dat iedereen onder dat grijze pak mocht dragen wat hij wilde, of althans, iedereen droeg wat hij wilde. Dat werd een bonte mengelmoes. Ik droeg er meestal iets zwarts onder, een zwart T-shirt met lange mouwen.
Nu hebben we dus die blouses. Op zich heel keurig en stijlvol. Maar het betekent wel strijken én knopen vastzetten….Twee dingen die ik liever niet doe!
woensdag, november 16, 2005
Rage

Vanmiddag liep ik langs de speelgoedwinkel. Mijn oog viel op een reclamebord voor ‘Furby’s’. Wie kent ze nog? Ik dacht dat ze allang uit de mode waren, maar misschien komt dat gewoon doordat mijn kinderen de Furby-leeftijd ontgroeid zijn.
Toen de rage voor het eerst naar Nederland overwaaide, zeurden mijn dochters me gek om zo’n beest. Ik vond het grote onzin-beesten, en afgezien daarvan ook nog eens bespottelijk duur. We hadden de Tamagotchi-rage al gehad. Zo’n elektronisch speeltje in de vorm van een groot uitgevallen sleutelhanger, waarvan men zei dat het ‘leefde’. Een elektronisch leventje. Je moest ‘hem’ opvoeden, voederen, straffen, knuffelen, spelletjes met hem spelen en wat al niet meer om ‘hem’ gelukkig en gezond te houden. Mijn dochters hadden allebei zo’n ‘beest’. Aan mij de taak om ‘hem’ tijdens schooluren te verzorgen, dat wil zeggen: af en toe een knopje indrukken als hij honger had, elektronische uitwerpselen rapen, een spelletje spelen (maar niet te vaak, want dan werd het beest verwend), en meer van dat soort onzin. De juffen en meesters op school hadden dit speelgoed al snel op school verboden. Heel verstandig. Als er toch iemand zijn Tamagotchi mee nam, moest hij hem inleveren, met het gevaar dat hij dood was aan het einde van de dag. Dus waren de moeders thuis de klos.
Natuurlijk ging de lol er na een tijdje van af, en ze stierven een langzame dood. Uitgehongerd en verwaarloosd.
Toen kwamen er die Furby’s. Dat het met Furby’s dezelfde kant op zou gaan als met Tamagotchi’s was wel zeker. Geen Furby in huize Goentah dus. Maar we hebben wel een weekje een Furby te logeren gehad. Wat een irritant monster was dat. Als je hem een tijdje vergat, riep hij: “Boooooooring!” Hij wilde aandacht. En als hij sliep, en je pakte hem plotseling op, dan riep hij geschrokken: “Wheeeeeeeeeeee!!” De eerste dag was het grappig en min of meer aandoenlijk. Soms vergat je zelfs even dat het een stuk elektronica was, maar na een paar dagen vonden we hem allemaal strontvervelend. De enige remedie om hem stil te krijgen, was de batterijen eruit te halen. Zo heeft dat beest zijn logeertijd bij ons doorgebracht: batterijloos boven op de kast.
Cocktail

Vandaag hebben Kip en Jim hun eerste inenting gehad. Ze zijn beluisterd en betast en goed bevonden. Geen (zichtbare) vlooien, mijn behandeling heeft dus geholpen.
Vreemd, om nu ineens met twee katten bij de dierenarts te staan. Voorheen kwam ik daar met de hond. Hij was altijd erg onrustig, hield de deur angstvallig in de gaten. Zowel de buitendeur als de deur naar de spreekkamer. En mochten we eindelijk die spreekkamer in, dan zette hij zich met 4 poten schrap, zodat je hem haast naar binnen moest sleuren.
De katjes hadden ook al de bibbers. Ze zaten te trillen als espenblaadjes, terwijl dit toch echt hun eerste bezoek aan de dierenarts was. Wat is dat toch, dat alle dieren zo gestresst raken bij de dierenarts? Scheiden dieren een soort angstgeur af en ruiken andere dieren dat?
Over een maand moeten we terug, voor de tweede cocktail. Dure bussiness , maar als je aan huisdieren begint moet je er goed voor zorgen!
maandag, november 14, 2005
Het mes erin
Gisteravond ging de telefoon. “Van Vliet Producties, spreek ik met de familie Goentah?”
Van Vliet Producties is het bedrijf dat de plaatsen voor gratis bij te wonen TV programma’s verdeelt. Of we zin hadden in het bijwonen van nog een TV programma. Argwanend vroeg ik waar het om ging. Twee EO producties in één week is net iets teveel van het goede.
Hij was reuze enthousiast, deze man aan de andere kant van de telefoon. Hij vertelde met gepaste trots dat het om kaarten voor het programma “Met het mes op tafel” ging. Nu weet ik dat mijn dochters daar graag naar kijken, dus ik hield even kort ruggespraak met het thuisfront. “Met het mes op tafel”, met Joost Prinsen?? Yesssssss!!!” Dus enthousiast rapporteerde ik de Van Vliet-man dat wij daar wel oren naar hadden. “Joost Prinsen is leuk! Als kind keek ik al naar de “Stratemakers op zeeshow”, zo antwoordde ik hem. Hij beaamde dat, en vertelde tevens dat deze kaarten ZEER gewild waren, en dat het normaal gesproken bijna onmogelijk was een uitzending van dit programma bij te wonen. Altijd weinig publiek daar, en voornamelijk gereserveerd voor vrienden en familie van de deelnemers. Wij werden steeds blijer, het leek echt een buitenkansje!
Nadat tijd en datum vast werden vastgelegd (het viel heel gunstig op mijn vrije dag), zei hij dat er één ‘maartje’ was. Dat klonk niet goed.
Wat bleek? Het ging om het Vlaamse “Met het mes op tafel”, met een voor ons onbekende presentator, en voor de Vlaamse TV.
Wat een domper. Eerst mij een beetje naar de mond praten en Joost Prinsen de hemel in prijzen, en dan vervolgens zeggen dat in dat hele programma geen Joost Prinsen aanwezig zou zijn….
Laat maar zitten dus. Voorlopig geen TV programma’s. En zeker geen Vlaamse.
Van Vliet Producties is het bedrijf dat de plaatsen voor gratis bij te wonen TV programma’s verdeelt. Of we zin hadden in het bijwonen van nog een TV programma. Argwanend vroeg ik waar het om ging. Twee EO producties in één week is net iets teveel van het goede.
Hij was reuze enthousiast, deze man aan de andere kant van de telefoon. Hij vertelde met gepaste trots dat het om kaarten voor het programma “Met het mes op tafel” ging. Nu weet ik dat mijn dochters daar graag naar kijken, dus ik hield even kort ruggespraak met het thuisfront. “Met het mes op tafel”, met Joost Prinsen?? Yesssssss!!!” Dus enthousiast rapporteerde ik de Van Vliet-man dat wij daar wel oren naar hadden. “Joost Prinsen is leuk! Als kind keek ik al naar de “Stratemakers op zeeshow”, zo antwoordde ik hem. Hij beaamde dat, en vertelde tevens dat deze kaarten ZEER gewild waren, en dat het normaal gesproken bijna onmogelijk was een uitzending van dit programma bij te wonen. Altijd weinig publiek daar, en voornamelijk gereserveerd voor vrienden en familie van de deelnemers. Wij werden steeds blijer, het leek echt een buitenkansje!
Nadat tijd en datum vast werden vastgelegd (het viel heel gunstig op mijn vrije dag), zei hij dat er één ‘maartje’ was. Dat klonk niet goed.
Wat bleek? Het ging om het Vlaamse “Met het mes op tafel”, met een voor ons onbekende presentator, en voor de Vlaamse TV.
Wat een domper. Eerst mij een beetje naar de mond praten en Joost Prinsen de hemel in prijzen, en dan vervolgens zeggen dat in dat hele programma geen Joost Prinsen aanwezig zou zijn….
Laat maar zitten dus. Voorlopig geen TV programma’s. En zeker geen Vlaamse.
zondag, november 13, 2005
Katlog
Ik kan het niet langer ophouden, het móet eruit. Hoe het met mijn jonge katjes gaat natuurlijk! Ik zit wel vrolijk over andere dingen te loggen, maar eigenlijk wil ik het maar over één ding hebben: over Jim en Kip. Degenen die geen zin hebben in een katlog geef ik nu even de tijd te vluchten….
Kattenliefhebbers onder elkaar nu. Ik kan vrijelijk mijn gang gaan.
Jim en Kip dus. Ik heb wel moeten wennen aan de namen: hoevaak ik niet Jip en Kim gezegd heb, of gewoon niet op de namen kon komen…Heel vaak zeg ik dan maar gewoon Poes. Als ik zelf namen had moeten bedenken had er minstens één Poes geheten. Volgens mij luisteren poezen toch niet naar hun namen. Poezen doen waar ze zin in hebben.
Ze doen alles samen, die twee doerakkers. Eten tegelijkertijd, drinken tegelijkertijd (vaak uit één bakje), gaan tegelijkertijd op de kattenbak en zitten dan gezusterlijk hun behoeften te doen. Slapen doen ze ook samen: meestal liggen ze in één mandje in een innige omarming. De koppies op elkaar. Het is zo leuk dat ze elkaars gezelschap opzoeken!
Ze zijn ook samen ondeugend. Doet de één iets wat niet mag, dan zit gelijk de ander er ook. Ik heb een carrouselkast in de keuken, in een hoek. Daar zit iets ruimte boven de plint en de kastdeurtjes en natuurlijk verstoppen ze zich daar. Ik kan er weinig tegen doen. Nat spuiten heb ik geprobeerd, maar ze vertrekken geen spier bij een flinke straal water in hun gezicht. Bars toespreken en ergens anders neerzetten heeft meer effect. Als ze onder die plint vandaan komen dan, want zodra ze er eenmaal in zitten, kan ik ze niet te pakken krijgen! En volgens mij hebben ze dat door ook, die slimme monsters!
In heb begin moesten zij ook wat aan ons wennen, Jim liet zich wel meteen pakken, maar Kip niet. Nu klimmen ze beiden via mijn broekspijpen op mijn schoot om aandacht te vragen! En als ik de huiskamer binnen kom nadat ik weg geweest ben, of ’s ochtends vroeg als ik beneden kom, komen ze naar me toe gerend. Net jonge hondjes!
Ze kunnen zichzelf uren vermaken. Onvermoeibaar! En leuker om naar te kijken dan naar welk TV programma ook. Een boodschappentas die op de grond ligt. Dat knispert zo lekker. En dan erin kruipen, en de ander er plompverloren bovenop springen! Zo koddig!
Hun krabpaal hadden ze gelijk al door. Er hing een muis aan, aan een elastiekje. Die was er na een uur al afgesloopt! Maar toch blijft ie in trek, die krabpaal, ook zonder muis.
Behalve die muis van die krabpaal hebben ze nog niks gesloopt. Misschien heb ik geluk, misschien staat me nog een hoop te wachten…
Ik wantrouw het als ik even niks meer hoor, maar vaak liggen ze dan ineens te slapen. Uitgeput van het spelen, pootjes om elkaar heen. En ga je ze dan aaien, dan voel en hoor je ze knorren. Een teken van tevredenheid. Volgens mij zijn zij ook blij met ons.
Ik, die dacht alleen van honden te houden, weet nu dat katten ook leuk zijn!
Kattenliefhebbers onder elkaar nu. Ik kan vrijelijk mijn gang gaan.
Jim en Kip dus. Ik heb wel moeten wennen aan de namen: hoevaak ik niet Jip en Kim gezegd heb, of gewoon niet op de namen kon komen…Heel vaak zeg ik dan maar gewoon Poes. Als ik zelf namen had moeten bedenken had er minstens één Poes geheten. Volgens mij luisteren poezen toch niet naar hun namen. Poezen doen waar ze zin in hebben.
Ze doen alles samen, die twee doerakkers. Eten tegelijkertijd, drinken tegelijkertijd (vaak uit één bakje), gaan tegelijkertijd op de kattenbak en zitten dan gezusterlijk hun behoeften te doen. Slapen doen ze ook samen: meestal liggen ze in één mandje in een innige omarming. De koppies op elkaar. Het is zo leuk dat ze elkaars gezelschap opzoeken!
Ze zijn ook samen ondeugend. Doet de één iets wat niet mag, dan zit gelijk de ander er ook. Ik heb een carrouselkast in de keuken, in een hoek. Daar zit iets ruimte boven de plint en de kastdeurtjes en natuurlijk verstoppen ze zich daar. Ik kan er weinig tegen doen. Nat spuiten heb ik geprobeerd, maar ze vertrekken geen spier bij een flinke straal water in hun gezicht. Bars toespreken en ergens anders neerzetten heeft meer effect. Als ze onder die plint vandaan komen dan, want zodra ze er eenmaal in zitten, kan ik ze niet te pakken krijgen! En volgens mij hebben ze dat door ook, die slimme monsters!
In heb begin moesten zij ook wat aan ons wennen, Jim liet zich wel meteen pakken, maar Kip niet. Nu klimmen ze beiden via mijn broekspijpen op mijn schoot om aandacht te vragen! En als ik de huiskamer binnen kom nadat ik weg geweest ben, of ’s ochtends vroeg als ik beneden kom, komen ze naar me toe gerend. Net jonge hondjes!
Ze kunnen zichzelf uren vermaken. Onvermoeibaar! En leuker om naar te kijken dan naar welk TV programma ook. Een boodschappentas die op de grond ligt. Dat knispert zo lekker. En dan erin kruipen, en de ander er plompverloren bovenop springen! Zo koddig!
Hun krabpaal hadden ze gelijk al door. Er hing een muis aan, aan een elastiekje. Die was er na een uur al afgesloopt! Maar toch blijft ie in trek, die krabpaal, ook zonder muis.
Behalve die muis van die krabpaal hebben ze nog niks gesloopt. Misschien heb ik geluk, misschien staat me nog een hoop te wachten…
Ik wantrouw het als ik even niks meer hoor, maar vaak liggen ze dan ineens te slapen. Uitgeput van het spelen, pootjes om elkaar heen. En ga je ze dan aaien, dan voel en hoor je ze knorren. Een teken van tevredenheid. Volgens mij zijn zij ook blij met ons.
Ik, die dacht alleen van honden te houden, weet nu dat katten ook leuk zijn!
zaterdag, november 12, 2005
Emoties bij de EO

Na een puzzeltocht door het Hilversumse arriveerden we 5 minuten te laat bij de EO studio's. Mijn routenet beschrijving klopte voor geen meter, of routenet had domweg geen rekening gehouden met éénrichtingsverkeer...Anyway, we mochten er nog in. We werden keurig ontvangen met koffie en koek. Ik had niet anders verwacht van de EO. Onze namen stonden genoteerd (géén blacklist) en we kregen als dank dat we als opvulling van het programma wilden zorgen, een zilveren 5 euro muntstuk aangereikt.
Dat we bij de EO zaten kon ons niet ontgaan: overal posters met 'Horen, zien, geloven'. Er heerste een blije EO-sfeer, en ook de gasten waren van het type 'blije gelovers'. Ik kan het niet anders omschrijven. Er zat ook een groepje jonge meiden, die waren daar volgens mij op de zelfde manier tercht gekomen als wij, via de organisatie die gratis kaarten voor TV programma's aan de man probeert te brengen. Zij waren druk aan het smsen en bellen: iedereen moest even op de hoogte worden gebracht dat zij daar zaten.
Als lammeren werden we naar onze plaatsen geleid, wij kwamen vooraan terecht. Pal achter Inez Weski, de advocate. Hierdoor kon ik haar minder goed verstaan, omdat ik het lipbeeld miste. Maar ze kwam toch niet goed uit de verf, omdat Andries Knevel het debat niet leidde zoals je zou verwachten van iemand die een debat moet leiden. De enige die luisterde naar de anderen was Joost Eerdmans. Ik was het totaal niet eens met zijn standpunt, maar hij had wel respect voor de andere aanwezigen in het debat, en hij beheerste als enige de kunst van het debateren.
Ik begon het programma trouwens bijna met de slappe lach, want na het introductie-praatje van meneer Knevel en Jacobine Geels maakte de heer Knevel nog bijna een gigantische smak door over een losliggend plankje van het decor te struikelen. Ik keek naar mijn dochters, en naar de tribune voor me, en werkelijk iedereen lag in een deuk. Ik móest aan wat anders denken, anders was het van kwaad tot erger geworden met die slappe lach, dus heb ik aan de begrafenis van mijn vader gedacht: hét middel om weer serieus te worden.
Er waren twee gasten in het publiek, één vóór de stelling en één tegen. Toen de vrouw die tegen was haar zegje gedaan had, zag ik mijn dochter rechts van me fanatiek JA knikken. Mijn twee dochters hadden allebei een heel genuanceerde mening over de stelling, goed doordacht en zinnig. In de auto terug naar huis hebben we er nog even over nagediscussieerd. Dus toch wel een geslaagde avond, alhoewel ik Andries Knevel geen tweede keer hoef te zien!
Update na het bekijken van de TV uitzending 'Debat op 1':
Ik heb mezelf veelvuldig (links onder) in beeld gezien, iedere keer als de advocate Inez Weski sprak! Helaas voor mijn dochters waren zij steeds buiten beeld. Zij zaten aan weerszijden van mij.
Op TV leek het debat iets minder chaotisch dan het in werkelijkheid was. Het kwam vast door de close-ups, zodat de aandacht even bij degene die sprak was. In het 'echt' leek het of iedereen maar door elkaar heen riep....
Debat op 1

Twee weken geleden werd mijn jongste dochter gebeld door een bedrijf dat plaatsen regelt voor TV-opnames. Zij had op internet ooit een aanvraag ingevuld voor het bijwonen van diverse TV-programma’s. Nooit meer wat van gehoord. Tot dat telefoontje. Het blijkt om een EO programma te gaan: “Debat op 1”. Nooit van gehoord, nooit gezien. Normaal gesproken kijk ik niet naar EO programma’s, maar een heel enkel keertje wil ik wel eens verdwalen en beland ik in een documentaire van die omroep.
Vanavond gaan we toch maar naar die uitzending, ook al is het van de EO. Het is live, en duurt (gelukkig) niet lang. Wel grappig om dat eens bij te wonen. Jacobine Geels doet de presentatie. Ik heb vaag wel eens van haar gehoord, maar kan me haar niet voor de geest halen. Ik heb ook geen idee waar het debat over gaat, we merken het wel. Als we maar niet mee hoeven te debatteren….
Goentah zit vanavond dus met haar twee dochters bij Debat op 1, om 20.30 uur op Nederland 1. Ik zal even zwaaien!
Wie niet naar Idols kijkt, of zich er even van los kan rukken, zwaai dan terug!
Nawoord: Net even opgezocht waar het debat over gaat. Dan kom ik niet helemaal onvoorbereid. Zware kost...! Pfff...Idols is ietsje luchtiger....
Er wordt gediscussieerd over de onderstaande stelling:
Stelling: 'Het Nederlanse rechtssysteem moet op de schop'
LPF-Kamerlid Joost Eerdmans vindt dat het Nederlandse rechtssysteem de burger helemaal uitsluit. Daarom pleit Eerdmans voor radicale verandering van het huidige rechtsysteem: meer emotie in de rechtspraak, jury- en lekenrechtspraak zijn een aantal punten van zijn plan: 'Herstelplan voor een betrouwbare en open rechtssysteem,' dat hij deze week heeft gepresenteerd. Verder is Eerdmans voorstander van een minimumstraf van 10 jaar bij doodslag en 15 jaar bij moord. Een debat tussen Joost Eerdmans en strafrechtadvocate Inez Weski over de stelling: 'Het Nederlanse rechtssysteem moet op de schop'.
donderdag, november 10, 2005
Memories
Een geluid, een geur, de aanblik van een landschap: het zijn momenten die je in een andere wereld doen belanden, de wereld van je jeugd. Ineens ben je daar weer. Je voelt hoe je je toen voelde, je ziet wat je toen zag en je beleeft wat je toen beleefde.
Het geluid van een trekker. ’s Ochtends vroeg werden de melkbussen opgehaald in het kleine boerendorpje. De boerenknecht pakte de handvaten van de volle melkbus vast, wijdbeens voor de melkbus staande, zwaaide hem eerst naar achteren tussen zijn benen door, om hem daarna met een flinke zwiep op de kar te laten belanden. Ondertussen bleef de trekker stationair draaien. Nadat alle volle melkbussen op deze manier op de kar waren beland, werden de lege melkbussen van de kar afgehaald en langs de weg gezet.
Dit geluid: het aan komen rijden van de trekker, het monotone gebrom van de stationair draaiende motor en de dreunen waarmee de melkbussen op de kar terecht kwamen, kan ik mij nog helder voor de geest halen. Ik lag er in mijn bed altijd naar te luisteren, het was mijn wekker. Vaak kroop ik uit mijn bed, en keek uit het raam naar de ritmische bewegingen van de boeren. Ik vroeg me altijd af of ze er niet doodmoe van werden en had er grote bewondering voor.
Die melkbussen zal ik nooit meer horen, tegenwoordig hebben boeren grote tanks die geleegd worden door grote melkwagens. Maar bij het geluid van een trekker ben ik daar ineens weer: in mijn bed, luisterend naar het harde werk van de boeren, verheugd over een nieuwe dag die aanbrak. In mijn herinnering was het altijd mooi weer. Zorgeloos zonnig.
De geur van pas gemaaid gras. Ik zie mijn vader het gras maaien. Pet op, zijn ‘grasmaai-kleren’ aan, en af en toe stilstaand om even uit te blazen en zijn werk te bekijken. Een vertrouwd beeld. En altijd zonnig in mijn gedachten. Het waren (zonder uitzondering) mooie zomers, vroeger. In mijn herinnering.
Veel plekken uit dat boerendorpje en in de directe omgeving ervan, hebben herinneringen die me flash-backs geven. Ik hoef er nu nog maar langs te rijden of te lopen, en ik zie weer hoe het toen was. De beek bijvoorbeeld, met de waterval. Niet een echte natuurlijk, maar een gecultiveerde. Over een houten balk stroomde het water van de beek naar een lager niveau. En wij, als kinderen, vonden het een uitdaging over die balk te lopen zónder erin te vallen. Door de glibberigheid van de balk door algengroei was dit nog niet zo makkelijk. Mijn vader lag meestal lui onder een boom, en de hond die wij in onze jeugd hadden, scharrelde aan de waterkant rond. Dat alles zie ik zo weer voor me als ik bij die beek ben.
Zo zijn er nog duizend-en-één herinneringen. Allemaal herinneringen aan een fijne, geborgen jeugd.
Het geluid van een trekker. ’s Ochtends vroeg werden de melkbussen opgehaald in het kleine boerendorpje. De boerenknecht pakte de handvaten van de volle melkbus vast, wijdbeens voor de melkbus staande, zwaaide hem eerst naar achteren tussen zijn benen door, om hem daarna met een flinke zwiep op de kar te laten belanden. Ondertussen bleef de trekker stationair draaien. Nadat alle volle melkbussen op deze manier op de kar waren beland, werden de lege melkbussen van de kar afgehaald en langs de weg gezet.
Dit geluid: het aan komen rijden van de trekker, het monotone gebrom van de stationair draaiende motor en de dreunen waarmee de melkbussen op de kar terecht kwamen, kan ik mij nog helder voor de geest halen. Ik lag er in mijn bed altijd naar te luisteren, het was mijn wekker. Vaak kroop ik uit mijn bed, en keek uit het raam naar de ritmische bewegingen van de boeren. Ik vroeg me altijd af of ze er niet doodmoe van werden en had er grote bewondering voor.
Die melkbussen zal ik nooit meer horen, tegenwoordig hebben boeren grote tanks die geleegd worden door grote melkwagens. Maar bij het geluid van een trekker ben ik daar ineens weer: in mijn bed, luisterend naar het harde werk van de boeren, verheugd over een nieuwe dag die aanbrak. In mijn herinnering was het altijd mooi weer. Zorgeloos zonnig.
De geur van pas gemaaid gras. Ik zie mijn vader het gras maaien. Pet op, zijn ‘grasmaai-kleren’ aan, en af en toe stilstaand om even uit te blazen en zijn werk te bekijken. Een vertrouwd beeld. En altijd zonnig in mijn gedachten. Het waren (zonder uitzondering) mooie zomers, vroeger. In mijn herinnering.
Veel plekken uit dat boerendorpje en in de directe omgeving ervan, hebben herinneringen die me flash-backs geven. Ik hoef er nu nog maar langs te rijden of te lopen, en ik zie weer hoe het toen was. De beek bijvoorbeeld, met de waterval. Niet een echte natuurlijk, maar een gecultiveerde. Over een houten balk stroomde het water van de beek naar een lager niveau. En wij, als kinderen, vonden het een uitdaging over die balk te lopen zónder erin te vallen. Door de glibberigheid van de balk door algengroei was dit nog niet zo makkelijk. Mijn vader lag meestal lui onder een boom, en de hond die wij in onze jeugd hadden, scharrelde aan de waterkant rond. Dat alles zie ik zo weer voor me als ik bij die beek ben.
Zo zijn er nog duizend-en-één herinneringen. Allemaal herinneringen aan een fijne, geborgen jeugd.
woensdag, november 09, 2005
Spinnen

Lichaamsbeweging is goed, zeggen ze. Nu ben ik wel de hele dag in beweging, ik heb géén zittend werk, maar dat soort lichaamsbeweging schijnt niet als sporten mee te tellen. Het is slechts tot nut voor het krijgen van spataderen. Vermoeide benen en voeten krijg je er van en niet een lekker voldaan gevoel wat je krijgt na een uurtje intensief sporten.
Mijn hond is er ook niet meer, dus mijn dagelijkse wandelingetjes moet ik ook al missen. Echt stevig doorstappen was dat trouwens niet, het was een treuzelhond. Iedere molecuul urine van andere honden rook hij, en overal moest hij even zijn poot op lichten om zijn geur er overheen te sproeien. Je vraagt je af waar hij al dat vocht vandaan haalde, maar hij deed het maar mooi! Altijd wel een druppeltje op voorraad voor urgente gevallen.
Om een lang verhaal kort te maken: ik ben dus lid geworden van een sportschool. Er staan allerlei apparaten die je volkomen uitputten, en een hele reeks attributen die je spieren sterker moeten maken. Meestal worden die apparaten bevolkt door het stoere manvolk, van dat soort mannen wat alleen maar mooi wil zijn en imponeren. Echte sport vind ik het niet. Er zit niets in van enige competitie (of het moet zijn hoeveel kilo je méér kunt heffen dan je maatje), en het spelelement ontbreekt ook volkomen. Toch noemt men dit sporten. Ik ook dus maar. Ik kan nu zeggen: ik sport!
Op die sportschool worden ook groepslessen gegeven. Iets Tae Bo-achtigs (ziet er doodvermoeiend uit), iets met gewichtjes (ik voel mijn spieren al als ik er alleen maar naar kijk) en nog wat gehuppel op muziek met een ingewikkelde choreografie. Daar ga ik me niet aan wagen: vóór ik verstaan en begrepen heb wat ik moet doen en door heb hoe die pasjes moeten, zijn ze al met andere stapjes en beweginkjes bezig. Niks voor mij dus.
Wat me wel geschikt voor mij lijkt is een soort groepsles op fietsen. In een ruimte staan wel 50 fietsen opgesteld met één fiets vooraan voor de instructeur. Ik heb er al vele malen vol bewondering naar gekeken. Ze noemen het ‘spinning’. Op muziek een heel uur lang allerlei bergetappes beklimmen, afdalingen inzetten, sprintjes trekken en vooral afzien.
Ik durf er nog niet echt aan te beginnen, eerst mijn conditie maar wat op pijl brengen. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat ik dat spinning een heel uur zou kunnen volhouden. Ik heb nooit iemand zien stoppen, gewoon even uitblazen en uitgeteld over het stuur hangen. Iedereen gaat maar door en door, zweet en ander lichaamsvocht van hen af druipend, koppen paars aangelopen. En er zitten taaie kerels en stoere meiden tussen…Pezige benen, geen grammetje vet. Het ziet er bloedserieus en doodvermoeiend uit.
Voorlopig blijf ik nog een paar weekjes lanterfanten op de cardio-apparaten voor ik me in die groepsles stort. Daar kan ik stoppen als ik geen puf meer heb, gewoon in mijn eigen tempo. Een beetje beweging is nog altijd beter dan géén beweging.
Pas als ik er rijp voor ben ga ik spinnen!
Beetje op het verkeerde been gezet door de titel? Dit was géén kattenlog!
dinsdag, november 08, 2005
Schor

Mijn stem is niet meer dan een hees gefluister. Mijn keel voelt rauw. In- en uitademing doet zeer in mijn bronchiën. Een irritante kriebelhoest maakt dit er niet beter op.
Mijn ogen voelen zwaar aan en zien er dik uit.
Ik heb het afwisselend warm en koud.
Het roken van een sigaret bekomt me niet en de gedachte aan een wijntje staat me zelfs tegen.
Had ik toch die griepprik moeten nemen? Of zou die júist mijn verkoudheid getriggerd hebben tot iets veel ergers?
Het is te laat voor spijt: ik heb de griepprik bewust niet genomen. Twee jaar geleden werd ik beroerd na het krijgen van een griepprik, zodat ik besloot deze niet meer te nemen. Aan bacillen heb ik geen gebrek: er wordt wat over me heen gehoest aan de balie. Weerstand genoeg, zou je denken....
Ik hoop dat dit griepje over waait, en dat ik morgen fit genoeg ben om van de katten te kunnen genieten.
Vanmiddag heb ik een hoestdrankje voor mezelf bereid. Drie actieve anti-hoest ingrediënten gemixt tot een wonderdrankje. Althans, dat mag ik hopen….
maandag, november 07, 2005
Jim en Kip
In het kort even een vervolg op mijn nieuwsbericht van gisteren. Een verkapte kattenlog dus..... Sorry, Oh!
De naam van kat nr. 2 lijkt voorlopig beslecht: het wordt Kip. Ik weet ook niet precies waarom, maar afijn, het zij zo. Wel grappig eigenlijk, het is weer eens wat anders dan het standaard ‘Dropje’, ‘Zwartje’, ‘Simba’ of ga zo maar door. Jim en Kip dus. Jimmy en Kippie. Jimmetje en Kippetje. Er zijn veel variaties mogelijk.
Dan nog even in mijn hoofd een boodschappenlijstje maken voor woensdagochtend:
Kattenbak (zou ik er twee nodig hebben?)
Kattenbakkorrels
Krabpaal (één lijkt me voldoende, hopelijk laten ze mijn bankjes met rust...)
Mandje (ik wil zo’n radiatormandje, lekker warm voor de beestjes)
Speeltjes
Voer (eerst maar een zak kittenbrokjes denk ik)
Plantenspuit (lijkt me geen overbodige luxe bij het opvoeden van babypoesjes)
Ook niet vergeten de dierenarts te bellen voor een afspraak om die mormeltjes in te laten enten. En een ontwormingskuurtje en vlooienbestrijdingsmiddel.
Sjonge, het worden dure katten….Over een half jaartje ook nog sterilisaties. Ik wil ze naar buiten laten gaan, en ik heb geen zin in ongewenste gezinsuitbreiding. Dit zijn allemaal eenmalige kosten, behalve de jaarlijkse cocktail tegen kattenziekte natuurlijk. Goddank dat ik geen kattenbelasting hoef te betalen, dat scheelt.
Ik zit nog te dubben om al dan niet een kattenreismandje aan te schaffen. Ik denk dat ik daar niet onderuit kom. Dat wordt er maar één, ze moeten er samen in. Kan best.
Ben ik nog iets vergeten? Mocht iemand suggesties hebben of ideeën dan hoor ik het graag. Per slot van rekening ben ik onervaren in het opvoeden en houden van katten.
Dit was voorlopig de laatste kattenlog (van deze week dan), ik stel voor om eenmaal per week een update te geven voor geïnteresseerden. Kattenhaters, ofwel haters van kattenlogs, kunnen die dag dan overslaan!
De naam van kat nr. 2 lijkt voorlopig beslecht: het wordt Kip. Ik weet ook niet precies waarom, maar afijn, het zij zo. Wel grappig eigenlijk, het is weer eens wat anders dan het standaard ‘Dropje’, ‘Zwartje’, ‘Simba’ of ga zo maar door. Jim en Kip dus. Jimmy en Kippie. Jimmetje en Kippetje. Er zijn veel variaties mogelijk.
Dan nog even in mijn hoofd een boodschappenlijstje maken voor woensdagochtend:
Kattenbak (zou ik er twee nodig hebben?)
Kattenbakkorrels
Krabpaal (één lijkt me voldoende, hopelijk laten ze mijn bankjes met rust...)
Mandje (ik wil zo’n radiatormandje, lekker warm voor de beestjes)
Speeltjes
Voer (eerst maar een zak kittenbrokjes denk ik)
Plantenspuit (lijkt me geen overbodige luxe bij het opvoeden van babypoesjes)
Ook niet vergeten de dierenarts te bellen voor een afspraak om die mormeltjes in te laten enten. En een ontwormingskuurtje en vlooienbestrijdingsmiddel.
Sjonge, het worden dure katten….Over een half jaartje ook nog sterilisaties. Ik wil ze naar buiten laten gaan, en ik heb geen zin in ongewenste gezinsuitbreiding. Dit zijn allemaal eenmalige kosten, behalve de jaarlijkse cocktail tegen kattenziekte natuurlijk. Goddank dat ik geen kattenbelasting hoef te betalen, dat scheelt.
Ik zit nog te dubben om al dan niet een kattenreismandje aan te schaffen. Ik denk dat ik daar niet onderuit kom. Dat wordt er maar één, ze moeten er samen in. Kan best.
Ben ik nog iets vergeten? Mocht iemand suggesties hebben of ideeën dan hoor ik het graag. Per slot van rekening ben ik onervaren in het opvoeden en houden van katten.
Dit was voorlopig de laatste kattenlog (van deze week dan), ik stel voor om eenmaal per week een update te geven voor geïnteresseerden. Kattenhaters, ofwel haters van kattenlogs, kunnen die dag dan overslaan!
zondag, november 06, 2005
Nieuws
NIEUWS NIEUWS NIEUWS NIEUWS!!!!
Aanstaande woensdag word ik kattenmoeder (mensenmoeder??) van twee schattige, ondeugende kleine poesjes!
Het zijn zusjes, en op de dag dat ik ze ga halen zijn ze precies 8 weken oud.
Na het logeeravontuur van mijn neefjes-katje wist ik dat ik overstag zou gaan. Vandaag zat ik voor de grap wat op marktplaats.nl te snuffelen, en zag een nestje praktisch om de hoek bij mij. Gelijk gebeld, en er waren er nog twee over uit een nest van vijf. En als je toch al overstag bent, dan is de stap van één naar twee ook zo gemaakt!
Dat de ene Jimmy gaat heten staat al vast. En dat ik niet de bedenker van die naam ben, mag duidelijk zijn. Maar Jim de Groot (Zoon Van) is dus een grote favoriet van mijn dochter. Ach, Jim voor een vrouwtjespoes kan best, toch??
De ander zou eerst Biertje gaan heten, maar daar hebben we van afgezien. Wel een beetje maf om 'Biertjuhhh' te gaan roepen tegen een schattig klein poesje. Nu bedenkt mijn andere dochter een andere naam, en laat mij die zo spoedig mogelijk weten. Ik ben benieuwd, maar ik vind alles best. What's in a name. Als zij maar blij zijn, dan ben ik het ook!
Aanstaande woensdag word ik kattenmoeder (mensenmoeder??) van twee schattige, ondeugende kleine poesjes!
Het zijn zusjes, en op de dag dat ik ze ga halen zijn ze precies 8 weken oud.
Na het logeeravontuur van mijn neefjes-katje wist ik dat ik overstag zou gaan. Vandaag zat ik voor de grap wat op marktplaats.nl te snuffelen, en zag een nestje praktisch om de hoek bij mij. Gelijk gebeld, en er waren er nog twee over uit een nest van vijf. En als je toch al overstag bent, dan is de stap van één naar twee ook zo gemaakt!
Dat de ene Jimmy gaat heten staat al vast. En dat ik niet de bedenker van die naam ben, mag duidelijk zijn. Maar Jim de Groot (Zoon Van) is dus een grote favoriet van mijn dochter. Ach, Jim voor een vrouwtjespoes kan best, toch??
De ander zou eerst Biertje gaan heten, maar daar hebben we van afgezien. Wel een beetje maf om 'Biertjuhhh' te gaan roepen tegen een schattig klein poesje. Nu bedenkt mijn andere dochter een andere naam, en laat mij die zo spoedig mogelijk weten. Ik ben benieuwd, maar ik vind alles best. What's in a name. Als zij maar blij zijn, dan ben ik het ook!
Doorboord

Laatst had ik het weer. Ik raakte met iemand in gesprek, en mijn blik werd als een magneet aangetrokken naar het binnenste van zijn mond. Daar zat wat, ik móest er wel naar kijken. Het leek op een sliertje slijm, of een belletje spuug. Het glinsterde, en ik was al bang dat ie met consumptie zou gaan praten en dat ik dat snotterige goedje op me zou krijgen.
Eindelijk zag ik wat het was. Ik blijf het een ranzig gezicht vinden, verre van aantrekkelijk. Eerst heb ik altijd de gedachte: “Gatver, wat zit daar in die mond.” En als ik het door heb kan ik een rilling van afschuw niet onderdrukken.
Een tongpiercing dus. Bah.
Dom

Gisteravond Idols gezien. Eigenlijk ben ik die voorrondes alweer beu, na één keer heb je het wel gehad. Het is eventjes leuk, anderen afgezeken te zien worden. Leedvermaak. Moeten ze ook maar niet zo dom zijn om mee te doen als je niet kunt zingen. En dat de jury daar alleen zit om grove dingen te zeggen ten behoeve van de kijkcijfers, weet ook zo langzamerhand iedereen.
Toch zat er weer een enkele naïeveling tussen. Er was een jong meisje, in gezelschap van haar vader en moeder. Ze geloofden heilig in het kunnen van hun dochter, je kon zien dat ze apetrots waren. Maar bij de eerste blik op het meisje wist ik dat ze het niet zou redden, en ik had al bij voorbaat medelijden met haar. Ze was iets te dik, een beetje vierkant eigenlijk, en had niet echt de uitstraling en de zelfverzekerdheid om door naar de volgende ronde te kunnen. Ze was zich wel bewust van haar onvolmaaktheden, ze vertelde dat ze aan het afvallen was en hoeveel kilo ze al kwijt was. De jury maakte echter korte metten met haar. Het ging niet om haar zangkunst, daar waren ze redelijk positief over. Je zag het meisje al blij en verheugd kijken, ze werd eerst op het verkeerde been gezet. Toen zeiden ze haar glashard in haar gezicht dat het haar ‘voorkomen’ was waardoor ze niet naar de volgende ronde kon. Te dik dus.
Ik heb niet vaak medelijden met kandidaten die worden weggestuurd, maar met dit meisje was het anders. Zij werd gekwetst. Tot in het diepst van haar ziel. Ze was erg jong, onzeker en makkelijk te beschadigen. Met zulke meisjes moet je voorzichtig zijn. De meisjes die geen haar op de tanden hebben. Die een minderwaardigheidsgevoel hebben en zich daarvan bewust zijn. Die zich willen spiegelen aan meisjes die wél een rank figuurtje hebben en een ‘hier-ben ik-uitstraling’ hebben. Op zo’n leeftijd, en bij zo’n meisje, kan er zo gemakkelijk een trauma ontstaan. Als dit meisje doorslaat naar anorexia zal het me niet verbazen.
Ik had mijn armen om haar heen willen slaan, en zeggen: “Je bent een prachtmeid, je komt er wel, en de juryleden zijn allemaal hufters”.
Haar ouders hadden haar niet moeten laten gaan. Die hadden moeten weten wat er ging gebeuren. Ze hadden haar in bescherming moeten nemen. Moeten voorkomen wat er nu gebeurde: onnodig een flinke deuk in het al wankele zelfvertrouwen oplopen.
Die ouders waren bijzonder dom, ook al zeiden ze waarschijnlijk hetzelfde tegen hun dochter wat ik had willen zeggen.
Labels:
televisie
zaterdag, november 05, 2005
Verdwijntruc
Mijn Micraatje voldoet in alle opzichten. Toch was er één klein minpuntje: er zat geen klokje in.
Dat je vaak op zo'n klokje kijkt tijdens lange autoritten, realiseerde ik me pas toen ik mijn klokloze auto had.
Vorige week heb ik eindelijk een klein digitaal klokje gekocht bij Halfords, eentje die je op je dashbord kunt plakken. Ik was onwijs blij met die aankoop. Ik had het veel eerder moeten doen en het kostte geen drol. Ben wél een uur bezig geweest met het instellen van de tijd en de datum, maar dat terzijde...
Vanmiddag toen ik in mijn auto stapte had ik een trots gevoel: ik ging in een auto rijden met klok! Eerste keer op de weg sinds ik hem erop had geplakt. Mijn blik ging naar het dashbord, en wat zag mijn oog: NIETS....Weg klok.
Ik heb de hele auto doorzocht. Op mijn knieëen onder de stoelen. Matten van hun plaats. Alle hoekjes en gaatjes bekeken. Maar het klokje blijft zoek. Ik snap er geen hout van.
Waarschijnlijk heeft de plaklaag losgelaten door vocht, daar hou ik het maar op. Maar het blijft een mysterie.
Morgen zet ik mijn zoekaktie voort.
Dat je vaak op zo'n klokje kijkt tijdens lange autoritten, realiseerde ik me pas toen ik mijn klokloze auto had.
Vorige week heb ik eindelijk een klein digitaal klokje gekocht bij Halfords, eentje die je op je dashbord kunt plakken. Ik was onwijs blij met die aankoop. Ik had het veel eerder moeten doen en het kostte geen drol. Ben wél een uur bezig geweest met het instellen van de tijd en de datum, maar dat terzijde...
Vanmiddag toen ik in mijn auto stapte had ik een trots gevoel: ik ging in een auto rijden met klok! Eerste keer op de weg sinds ik hem erop had geplakt. Mijn blik ging naar het dashbord, en wat zag mijn oog: NIETS....Weg klok.
Ik heb de hele auto doorzocht. Op mijn knieëen onder de stoelen. Matten van hun plaats. Alle hoekjes en gaatjes bekeken. Maar het klokje blijft zoek. Ik snap er geen hout van.
Waarschijnlijk heeft de plaklaag losgelaten door vocht, daar hou ik het maar op. Maar het blijft een mysterie.
Morgen zet ik mijn zoekaktie voort.
Labels:
Auto
Nostalgie

Twee blauwe ogen,
Een hartje van goud,
Zorg lieve G.,
Dat je het behoudt.
----------------------
Kleine waterdruppels,
Kleine korrels zand,
Vormen saam’ de grote zee
En het trotse land.
Kleine liefdedaden,
Woordjes teer en zacht,
Hebben vaak in ’t kleinste huis
’t Grootste geluk gebracht.
----------------------
Vandaag mag ik in het Poezie-album (spreek uit als ‘poesie-album’) van mijn nichtje schrijven.
Bij het lezen van de versjes die er al in staan, ontdekte ik dat het precies dezelfde versjes zijn die ik in mijn eigen Poezie-album heb….
Ik had trouwens geen idee dat er nog Poezie-albums bestonden. Mijn kinderen hadden ze ook, maar ze hadden ook ‘vriendenboekjes’. Voorgedrukte boekjes waar je kunt opschrijven wat je lievelingseten is ( alles wat met een P begint meestal….patat, pannenkoeken, pizza!), wat je lievelingsdier is, en nog meer van dat soort vraagjes, maar ook wat je iemand wenst (‘een lang, gezond en gelukkig leven’). Niet erg origineel. Misschien leuk voor later, vooral als er een fotootje bijgeplakt is, maar geef mij dan maar het oude vertrouwde Poezie-album. Compleet met glitter-plaatjes en ‘ver-geet-mij-niet’ in de vier hoeken geschreven.
Ik heb mijn oude album nog. Mijn moeder heeft het hare nog, en ook nog dat van háár moeder. Niet veel veranderd qua versjes in de loop der jaren, afgezien van het feit dat de handschriften van de kinderen steeds beroerder worden en de spelling veranderd is.
In de albums van mijn dochters had ik een persoonlijk gedichtje gemaakt. Simpele rijmelarij, maar het kwam wel uit mijn hart. Dat ga ik nu weer doen: een versje zelf bedenken. Wel met kant-en-klare plaatjes erbij, want tekenen kan ik niet…Je kunt niet op alle fronten creatief zijn.
Zouden er over pakweg 10 jaar nóg Poezie-albums bestaan? Of zou iedereen een weblog hebben, of een eigen site met gastenboek? Ik hoop dat dit gebruik nog lang blijft bestaan. Het herinnert me aan mijn jeugd…
Bliep

Bliepjes, tingeltjes, kukelekuutjes, brommetjes….Dit zijn dagelijkse geluidjes hier in huis.
Zodra er een niet te plaatsen geluidje klinkt, grijpt één van mijn dochters verwachtingsvol haar mobiel en kijkt gretig van wie het bericht is. Een gezicht dat boekdelen spreekt. Je leest er meteen aan af of het een ongewenst of juist zeer gewenst berichtje is. In het eerste geval wordt de mobiel meteen weer weggelegd, niet de moeite waard om te reageren. In de meeste gevallen echter, verschijnt er een flauwe glimlach op het gelaat, de mondhoeken gaan haast onmerkbaar omhoog en de wangen worden wat roder dan ze normaal zijn. Meteen wordt er terug gesmst. Of, als het heel erg privé is: ze vertrekt met haar mobiel naar haar eigen veilige kamer om ongestoord een reactie terug te kunnen sms-en. En oh wee als ik durf te vragen van wie het smsje is….Natuurlijk gaat het mij geen barst aan en ik verwacht geen uitleg, maar mij wordt in niet mis te verstane termen duidelijk gemaakt dat het bijzonder privé is. “Gaat je niks aan.” Dus ik vraag al niet meer, en zie het allemaal met een knipoog aan.
Tot mijn mobiel gaat. Ouderwets bliepje, ouderwetse mobieltje. Formaat koelkast. Maar sms-en lukt nog net. “Wie was dat? Wat zei hij? Wat moest hij?” Op de een of andere manier denken ze altijd dat het een ‘hij’ is. Ze vragen nog net niet om het te mogen lezen.
Als moeder mag je er geen geheimen op na houden. Niet alleen wat betreft sms. Als ik ergens naar toe ga wordt er ook altijd uitgebreid gevraagd waar ik naar toe ga, met wie, wat we gaan doen, waarom en met wat voor reden.
Privé-leven? Als moeder is het al moeilijk om je dochters het pad der liefde op te laten gaan, en er aan te wennen dat ze een heel leven hebben waar je niks van af weet. Maar voor de dochters is het nog meer wennen dat moeder óók een leven heeft.
Ze zullen er ooit wel aan gewend raken. Vandaag (of gisteren eigenlijk, het is nu al zaterdag) is het precies een jaar geleden dat mijn scheiding definitief werd. Is er veel gebeurd in dat jaar? Eigenlijk niet. Ik heb me voornamelijk verstopt in mijn werk. Werken, slapen, werken, slapen etc…En nog niet veel verwerkt. Een jaar al, en nog steeds niet veel verder dan toen.
Ik hoop dat er voor mij ook een tijd komt dat ik gretig mijn mobiel pak bij het geluidje van een sms’je, en blozend en glimlachend kijk wat er geschreven staat…
donderdag, november 03, 2005
POP
Vanmorgen had ik een functioneringsgesprek. Of eigenlijk een pré-functioneringsgesprek. In februari starten de echte functioneringsgesprekken en nu is uitgelegd hoe dat in zijn werk gaat. Wat het verschil is tussen een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek, wat een POP*) is en hoe je een periodiek hoger in de salarisschaal kunt komen (of zelfs 2 periodieken). Er wordt een competentie-profiel opgesteld waaraan je moet voldoen.
Iedere werknemer krijgt een dossier. Alles wordt vastgelegd. We krijgen zelfs een contract!! Ja, echt waar, de meesten onder mijn collega’s (en ik ook) hebben géén arbeidscontract! Wel een vaste aanstelling, maar nooit een contract gehad. Dat was laksheid, slordigheid, onnauwkeurigheid en in zekere zin een beetje minachting voor de werknemers.
Nu gaan we ineens volgens de regels werken. De heren apothekers hebben cursussen gevolgd hoe ze zoiets moeten aanpakken, dit hele POP – en beoordelingsgebeuren.
Het kan er alleen maar op vooruit gaan. En misschien motiveert het ook wel.
Om correct te kunnen beoordelen (om te zien of je je POP wel nakomt) komen de apothekers vaker op de werkvloer. Het is de bedoeling dat ze zichzelf minstens één keer per week voor baliewerk inroosteren.
Ik ben benieuwd. Zou er veel veranderen?
In februari weet ik meer.
Ik hoop dat degenen die er de kantjes bij aflopen eindelijk een stapje harder gaan lopen.
Niet alleen als de leidinggevenden het zien.
*) POP = Persoonlijk Ontwikkel Plan
Iedere werknemer krijgt een dossier. Alles wordt vastgelegd. We krijgen zelfs een contract!! Ja, echt waar, de meesten onder mijn collega’s (en ik ook) hebben géén arbeidscontract! Wel een vaste aanstelling, maar nooit een contract gehad. Dat was laksheid, slordigheid, onnauwkeurigheid en in zekere zin een beetje minachting voor de werknemers.
Nu gaan we ineens volgens de regels werken. De heren apothekers hebben cursussen gevolgd hoe ze zoiets moeten aanpakken, dit hele POP – en beoordelingsgebeuren.
Het kan er alleen maar op vooruit gaan. En misschien motiveert het ook wel.
Om correct te kunnen beoordelen (om te zien of je je POP wel nakomt) komen de apothekers vaker op de werkvloer. Het is de bedoeling dat ze zichzelf minstens één keer per week voor baliewerk inroosteren.
Ik ben benieuwd. Zou er veel veranderen?
In februari weet ik meer.
Ik hoop dat degenen die er de kantjes bij aflopen eindelijk een stapje harder gaan lopen.
Niet alleen als de leidinggevenden het zien.
*) POP = Persoonlijk Ontwikkel Plan
woensdag, november 02, 2005
Spelletje

Ik heb ooit aan een TV-spelletje meegedaan. Ja, echt! Ik praat er niet vaak over, want het is eigenlijk not-done. Toch was het leuk!
In 2001 zat ik bij ‘Get the Picture’. In een vlaag van verstandsverbijstering had ik me aangemeld voor de voorrondes. Ik was het al helemaal vergeten tot ik per mail een uitnodiging kreeg om me op een bepaalde dag in het Media Park in Hilversum te melden voor de voorselectie. Ik weet nog dat het op een dag viel die me niet goed uit kwam, maar het is me toch gelukt om vrij te nemen zodat ik er naar toe kon.
Daar zat ik dan, met allerhande huisvrouwen en gepensioneerde heren. We moesten een soort examen doen. Binnen een bepaalde tijd pagina’s vol multiple choice vragen beantwoorden. Algemene kennisvragen, maar ook wat sport – en mediavragen.
Na het nakijken had zo’n beetje driekwart van de aanwezigen het nakijken. Ze konden vertrekken. Mijn naam stond op het lijstje van de personen die een goede score hadden. Ik weet ook best veel feitjes en dingetjes, met mijn algemene ontwikkeling is niks mis.
Daarna kregen we de camera-test. Er werden vragen gesteld die je voor de camera moest beantwoorden. Sommigen stonden letterlijk te shaken van spanning en ellende, die vielen dus af. Uiteindelijk werden er een stuk of 10 namen opgenoemd van mensen die uitverkoren waren. Ik was daar bij!
De uitzenddatum werd vastgesteld. Nu werd het toch wel spannend….brrr...
Tijdens één opnamedag werden een stuk of 7 afleveringen opgenomen. Het ging best vlot, heel soms moest iets over gedaan worden, en dan nog voornamelijk als Paula Udondek zich versprak. Als een kandidaat zich versprak of een blunder maakte (of een fout antwoord gaf, haha!) ging alles gewoon door.
Uiteindelijk heb ik niet gewonnen. Ik herkende de laatste foto niet. Ik kende haar zelfs niet! Wie het was? Cameron Diaz. Nu zou ik haar uit duizenden herkennen! Maar schande, schande…toen nog niet.
Gisteravond heb ik met mijn dochter de tape van de uitzending weer terug gezien. De eerste keer dat ik het terug zag sinds het uitgezonden werd. Tenenkrommend erg!! Wat klinkt je stem toch raar, wat zie je er stom uit, en wáárom wist ik sommige simpele vragen nou niet!! De meest idiote antwoorden floepte ik er meteen uit. “Topscorer van het Nederlands Elftal”. Met een B. Zonder na te denken: “Bergkamp”. En dat is zo’n beetje de enige voetballer die ik ken. Gelukkig dat het met een B begon.
Het was wel geinig om terug te zien. Ik zag dat ik niet helemaal mijzelf was, ik was verschrikkelijk nerveus. Mijn stem trilde en ik hield mijn handen krampachtig op elkaar. Knokkels bijna wit. Mijn dochter zei: “Wat keek je arrogant”. Dus zo kom ik over als ik zenuwachtig ben. Arrogant. Pfff…Schijn bedriegt.
Labels:
televisie
dinsdag, november 01, 2005
Proeven

Een leuke bijkomstigheid van het werken in een apotheek, is dat je op de hoogte blijft van allerlei gezondheidstrends. Je ziet als eerste de nieuwste zelfzorg(wonder)middeltjes. Middeltjes die met veel bombarie aangekondigd worden in tijdschriften en op radio en TV. Je zit in de apotheek zogezegd bij de bron!
Artsenbezoekers en vertegenwoordigers zetten hun displays neer op de balie en leggen promotiemateriaal klaar op onze koffietafel. Vaak zijn daar kleine hebbedingetjes bij, bedoeld voor patiënten die zo’n nieuw product kopen, te beschouwen als ‘over-de-drempel-trekkende’ relatiegeschenkjes.
Ik hoef dan ook niet uit te leggen dat onze balie vol staat met allerlei standaards en displays, zodat je er nauwelijks meer overheen kunt kijken. Een apotheek is geen drogist, dus we hoeven niet alles in huis te hebben. Maar omdat er veel vraag is naar producten die op de een of andere manier in de media gepromoot worden, gaan we toch vaak overstag.
Niet alles is goed, en niet alles heeft een toegevoegde waarde aan al bestaande middelen. Maar de klant gelooft alles. Op TV wordt gezegd dat het werkt, dus moeten ze het hebben. Aangezien onze ruimte niet onbeperkt is, moeten we wel keuzes maken wat we wel en niet in het assortiment opnemen. Een drogisterijketen als het Kruidvat of de Etos kan een veel groter assortiment hebben, dus als een klant persé iets wil wat hij op TV gezien heeft, en we hebben het niet, dan verwijs ik ze ook net zo makkelijk naar zo’n soort winkel. Onze prioriteit ligt per slot van rekening bij de geneesmiddelen op recept, alhoewel handverkoop zeker geen onbelangrijk iets is.
Natuurlijk proberen we in de apotheek van alles uit. Wij, de assistenten die de producten aan de patiënten moeten zien te verkopen, moeten toch zeker zelf ook weten of iets werkt, en hoe het smaakt of voelt of ruikt! We doen dit niet klandestien (soms ook wel…), maar we kopen het tegen inkoopprijs. Soms maken we dus wél een verpakking open, om te ervaren wat het is, en dan ‘testen’ we met z’n allen het middel uit. We hebben een laatje met diverse opengemaakte tubetjes, tabletjes, smeerseltjes etc, en gebruiken daaruit wanneer het nodig is. We hoeven dus niet onze eigen paracetamol van huis mee te nemen. Bij kleine ongelukjes doen we een greep uit dat laatje. Hulp is altijd dichtbij!
Dropjes proeven doen we ook. Dagelijks. Natuurlijk kennen we alle smaken allang, maar het werken wordt nét iets leuker als je wat lekkers bij de hand hebt. Onder mijn collega’s sta ik te boek als de grootste vreetzak aller tijden, dus ik ben meestal degene die een verpakking snoep of drop opent. Ik bestel ook regelmatig nieuwe smaakjes. Soms moet je nou eenmaal het assortiment wat opleuken. Niet voor de klanten, maar voor ons zelf!
Recentelijk nieuw in ons assortiment: Jelly Babies, Jellies, mini Engelse drop en Heksehyl. En dat allemaal dankzij mij! Het wordt me niet altijd in dank afgenomen door onze medewerksters van de logistiek, die de voorraden beheren. Laatst werd een bestelling tum-tum teruggestuurd naar de groothandel. Die ik besteld had. Het bleken dus 3 kg zakken te zijn, dat was mij even ontgaan bij het bestellen. Dat verkoopt een beetje lastig.…Mijn voorstel om het dan puur voor eigen gebruik te houden werd afgewezen, helaas.
Mijn dropjes top-3 uit het apotheekassortiment is:
1- Mini Engelse drop (all-time favorite, hééérlijk!!!)
2- Honing wybertjes (altijd goed voor tussendoor: hap-slok-weg)
3- Jellies en Jelly Babies (gedeelde 3e plaats, deze moet je gedoseerd eten, ze zijn net iets te zoet, maar desalniettemin erg lekker en verslavend)
Minst lekkere dropjes zijn:
1- Zoute jujubes (krijg je verschrikkelijke dorst van)
2- Sneeuwcaramels (de gaten vallen ervan in je tanden, zó zoet zijn ze)
3- Winegums (taaie brokken, smaken chemisch, en je krijgt ze niet snel weg als er iemand aan de balie komt)
Labels:
Werk
Abonneren op:
Posts (Atom)